de tank van Poelkapelle

Wie googelt op “Poelkapelle 1917”, kan er niet naast kijken. Bij de zware gevechten tijdens de derde slag om Ieper (1917), speelden Britse tanks een grote rol. Eén tank bleef in de modder steken, en werd een bezienswaardigheid na de Groote Oorlog. In 1941 werd de Britse tank door de Duitse bezetter opgeruimd.

Enkele enthousiastelingen wilden echter dat Poelkapelle haar tank zou terugkrijgen. Eén van die enthousiaste mensen was zo vriendelijk me de link naar een opname door te sturen. Wie de rijdende tank van Poelkapelle in 2017 wil zien, kan op deze link terecht.

Meer informatie over de tank van Poelkapelle is hier te lezen : http://poelcapelle14-18.be/hettankproject

Voor alle duidelijkheid : de rijdende tank is gebouwd op ware schaal en dus een pak groter dan het model dat ze in Poelkapelle hebben geplaatst om de gesneuvelden van het Britse tankcorps te eren.

De foto komt van http://thebignote.com/2014/10/04/ypres-salient-tank-memorial/

Poelkapelle1917_03

 

 

 

Poelkapelle heroverd

Op enkele weken na drie jaar nadat het Duitse leger Poelkapelle veroverde op het Franse leger, is het op 9 oktober 1917 weer helemaal in geallieerde handen. Volgens getuigen grepen er gruwelijke man-tegen-man gevechten plaats in de ruïnes en kelders van de huizen. Er is sprake van bomtrechters waarin dode Britten en Duitsers de handen rond elkaars keel klemmen.

Voor zijn betoonde moed krijgt sergeant John Molyneux het prestigieuze Victoria Cross. Op de officiële nota die bij dit ereteken hoort, worden zijn moed, initiatief en schranderheid geprezen. Er staat ook beschreven hoe hij uit een loopgraaf sprong en vrijwilligers opriep hem te volgen om een boerderij, bekend als Olga House, te veroveren. Helaas moet er ook bij vermeld worden dat de helft van de manschappen die de sergeant volgden, het leven liet…

Bij de gevechten in Poelkapelle speelden de tanks een voorname rol, zoals mag blijken uit onderstaande postkaart.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Poelkapelle1917_01

 

Belgen volgen opleiding in Bayeux

Brancardier Louis Bruynseels lijkt zijn tijd te verliezen in het Belgische militair opleidingscentrum in Bayeux.

Vandaag (8 oktober 1917) beginnen onze militaire studies :”school van de soldaat is een theorievak dat we letterlijk uit het hoofd moeten leren. ’s Morgens oefeningen op het plein en ’s middags op het open veld. We gaan schieten aan zee in Arromanches (Normandië) op twee uren stappen van Bayeux.

Zo verlopen de dagen met veel werk en weinig eten. Dat laatste ging toch een beetje te ver : veel aardappelen schillen en er niet één op tafel zien komen. Een zekere middag reageerde niemand op de bel. Maar toen de orders werden gegeven, moesten we toch aantreden. We hebben wel iets bereikt maar de volgende dag heeft de majoor toch een hartig woordje met ons gesproken…

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Bayeux_CISLA_Infanterie_1

U-106 zinkt bij de Wadden

U-106 zinkt bij de Wadden

De Duitse duikboot U-106 verdwijnt op 7 oktober 1917 boven de Waddeneilanden in de Noordzee zonder een spoor na te laten. Daarbij verliezen 41 bemanningsleden het leven. Vermoedelijk kwam het schip in een mijnenveld terecht.

Tijdens de voorbije weken na haar afvaart uit Emden op 8 september 1917, was de onderzeeër behoorlijk succesvol. Twee Britse schepen werden getorpedeerd : het vrachtschip City of Lincoln en de torpedojager HMS Context. Eergisteren kreeg het schip bevel om terug te keren naar de thuishaven.

in 2009 lokaliseerde een schip van de Nederlandse marine het wrak.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
http://wrakkenmuseum.nl/u-106
https://www.militaryfactory.com/ships/detail.asp?ship_id=SM-U106
U106

 

Martinus Evers houder van de vuurkaart

Na de oorlog kregen de overlevende soldaten een bewijs dat de ze Groote Oorlog overleefd hadden. Deze Belgische soldaten werden houder van de vuurkaart. Martinus Evers kreeg daarvoor een gedenkpenning, die hieronder staat afgebeeld. Op de achterkant van deze penning staat zijn naam duidelijk te lezen.

MedailleMartinusEvers03

Tyne Cot in Britse handen

Geallieerde troepen veroveren op 4 oktober 1917 de heuvel die bekend zal blijven onder de naam Tyne Cot. De naam Tyne Cot verwijst naar een schuurtje (cottage) dat hier stond en omgeven was door vijf door de Duitsers gebouwde bunkers. Tot voor de Britse verovering was deze plek een versterkte positie van de Duitse Flandern-I-stelling.

De 3rd Australian Division richt na de verovering de grootste van die bunkers in als medische verbandpost. Zoals vaker in de omgeving van medische posten ontstaat er snel een begraafplaats. Na de oorlog  komen hier ook doden van andere locaties terecht en wordt dit de grootste Commonwealth-begraafplaats op het Europese vasteland.

De tekening hieronder is van John Goodchild en dateert van 1919.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

JohnGoodchild_TyneCot

 

koperverzameling in Mechelen

In april 1917 was er al eens een opeising van koper in Mechelen. Iedereen moest het toen inleveren in de fabriek van Vincke en kreeg betaald per gewicht. Wie geen gevolg gaf aan de opeising, riskeerde een gevangenisstraf of een geldboete.

Op 1 oktober 1917 kleeft de Duitse overheid een nieuw opeisingsbevel voor koper aan de muren. Nu moeten de burgers hun koper inleveren in fabriek Roestenberg op de Raghenoplaats. Alles komt in aanmerking : toppen en krukken van deuren en vensters, lusters en sieraden… Alleen koper dat ijzervast staat, is vrijgesteld. In februari en juli van 1918 zullen er nog twee opeisingen van koper volgen.

bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Image for object V 591 T from Museum Weißenfels - Schloss Neu-Augustusburg