In april 1917 was er al eens een opeising van koper in Mechelen. Iedereen moest het toen inleveren in de fabriek van Vincke en kreeg betaald per gewicht. Wie geen gevolg gaf aan de opeising, riskeerde een gevangenisstraf of een geldboete.
Op 1 oktober 1917 kleeft de Duitse overheid een nieuw opeisingsbevel voor koper aan de muren. Nu moeten de burgers hun koper inleveren in fabriek Roestenberg op de Raghenoplaats. Alles komt in aanmerking : toppen en krukken van deuren en vensters, lusters en sieraden… Alleen koper dat ijzervast staat, is vrijgesteld. In februari en juli van 1918 zullen er nog twee opeisingen van koper volgen.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds