Louis Barthas op de côte 304

Het bataljon van Louis Barthas krijgt op 11 mei 1916 het bevel naar de frontlinies van Verdun te gaan. De Franse soldaten vertrekken om acht uur ’s avonds. Om elf uur diezelfde avond komen ze aan in de loopgraaf. De helen nacht slepen de soldaten met plaatijzer, planken en takken om de loopgraaf af te dekken en te camoufleren voor vliegtuigen. Over de dag erna (12 mei 1916) , noteert Louis Barthas het volgende in zijn dagboek.

Toen het dag werd, bekeek ik deze beroemde heuvel aan de voet waarvan onze loopgraaf zich bevond. Maandenlang was hierom gevochten alsof er een diamantmijn in haar flanken verborgen lag. Helaas, de heuvel bevatte alleen maar duizenden lijken. Het was een hoogte die zich in niets onderscheidde van de naburige heuvels. Het schijnt dat hij ooi voor een deel bebost was. Maar nu was er geen spoor van begroeiing meer te zien. De aarde was omgewoeld en verwoest en bood alleen nog maar een desolate aanblik.

En dan moeten Louis Barthas en zijn kameraden iets verderop de helling stellingen opnieuw inrichten. Die stellingen liggen bijna midden op de helling. Bij de ingang van de loopgraven leest Barthas de naam :”Tranchée Rascas“.

Die plek was één grote berg van uit elkaar gereten mensenvlees. Op de plaatsen waar de aarde bloed had gedronken, krioelde het van de vliegen. Je zag geen lijken maar waarschijnlijk lagen ze onder een klein laagje aarde in de vlakbij gelegen granaattrechters. Hun aanwezigheid bleek uit de stank van rottend vlees. Overal lagen brokstukken, verbrijzelde geweren, gescheurde ransels, waaruit tedere brieven en angstvallig bewaarde dierbare herinneringen dwarrelden en door de wind werden verspreid.

De helen nacht moesten we de verbindingsgang begaanbaar en bewoonbaar maken. Toen het licht werd, was de hemel tot onze grote vreugde bewolkt. Laaghangende wolken bedekten heuvel 304 en we bleven de hele dag buiten het zicht van de vijand.

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen

Verdun_Cote304.jpg

Gevechten rond de Mort Homme

Eind april 1916 veroveren de Fransen na onmenselijke inspanningen de top van de Mort Homme, ook bekend als Côte 304. De Duitse legerleiding wil deze strategische plek absoluut terug en geeft op 3 mei 1916 het sein voor de tegenaanval.

Gedurende twee dagen en een nacht krijgen de Fransen een bijzonder hevig bombardement over zich heen. Op een front dat ongeveer 2 kilometer breed is, spuwen vijfhonderd Duitse kanonnen vuur, dood en vernieling. Schuilen is bijna onmogelijk voor de Fransen : hun terrein is bijna vlak, de loopgraven zijn ondiep, de granaatinslagen hebben de bodem doorwoeld.

Aanvoer van voedsel en munitie is bijna onmogelijk en gewonden kunnen niet geëvacueerd worden. Toch houden de Fransen het na de enorme beschietingen nog drie dagen vol tijdens man-tegen-mangevechten. De heuveltop komt weer in Duitse handen. Bij deze slachting laten tienduizend Fransen het leven.

MortHomme02

Barthas onderweg naar Verdun

Op 15 april 1916 trok het regiment na het ontbijt naar Noyelles-sur-Mer om daar op de trein te stappen. Officieel was de bestemming onbekend maar iedereen vermoedde dat het doel Verdun was, waar zonder ophouden een reusachtige veldslag plaatsvond. Daarom hoorden we tijdens de mars van tien kilometer naar Noyelles nauwelijks iemand zingen.

Om zeven uur ’s avonds zaten we in de trein, met veertig man samengeperst in beestenwagens zonder stro of banken. Zelfs de kolonel wist niet waar we naartoe gingen. Door elkaar liggend, zonder onze stijve benen te kunnen strekken brachten we in de wagon een akelige nacht door. Om zeven uur ’s ochtends reden we langs Bourget. ’s Middags waren we in Sézanne in Champagne. We reden steeds verder naar het oosten.

Om vier uur ’s middags kwam de trein aan in Vitry-le-François. We wisten nog steeds niet waar we naartoe gingen maar het zou nu wel vlug duidelijk worden : als de trein in de richting van Châlons reed, gingen we naar Champagne waar het op dat moment rustig was; reed hij verder naar het oosten, dan was er geen twijfel mogelijk : dan gingen we naar Verdun ! Het laatste was helaas het geval. Nog dezelfde avond stapten we uit op het station van Revigny.

Rond middernacht kwamen we in een dorpje aan (Villers-le-Sec) waar mijn afdeling in een kleine, half verwoeste loods werd ondergebracht. Als bed hadden we een beetje stro van twijfelachtig allooi. De dag daarop, op 17 april, mochten we rusten want we moesten hierna verder naar Verdun.

Op 18 april om acht uur ’s morgens verlieten we Villers-le-Sec. De regen viel weer bij bakken uit de hemel. ’s Middags arriveerden we in Noyers 

bron : Louis Barthas, oorlogsdagboeken, vertaald door Dirk Lambrechts, uitgeverij Bas Lubberhuizen

JeanLefort_leWagon

Jean Lefort – le Wagon

la voie sacrée, levensader van Verdun

la voie sacrée, levensader van Verdun

Als de Duitsers de slag om Verdun beginnen in februari 1916, hebben ze 14 spoorlijnen waarmee ze troepen en materieel naar het front kunnen aanvoeren. De Fransen staan er veel slechter voor : ze hebben maar twee spoorlijnen, waarvan er één geregeld onder Duits artillerievuur ligt en de andere spoorlijn voert regelrecht naar de vijandelijke linies.

Gelukkig is er nog een kleinere spoorlijn, “le Petit Meusien“, net genoeg om een klein garnizoen in vredestijd te bevoorraden. Daarnaast is er nog een weg van 65 kilometer die gaat van het station van Baudonvilliers tot aan de Moulin-Brûlé, op 8 kilometer van Verdun. Gedurende vier maanden zal deze weg bijna volledig het transport verzekeren van de troepen, munitie en materieel. De Petit Meusien wordt ingeschakeld voor het vervoer van levensmiddelen en de evacuatie van gewonden.

Het is kapitein Joseph Doumenc die op 19 februari, 2 dagen voor de Duitse aanval, de weg volledig vrij maakt voor militair vervoer. Op dat moment beschikt men slechts over 700 voertuigen. Op 27 februari heeft men dat aantal laten stijgen tot 3500 vrachtwagens, 2000 personenwagens, 800 ambulances en 200 bussen. Het vervoer zal men organiseren zoals een reuzenscheprad. Net zoals dit rad bestaande uit verschillende emmers met iedere emmer vers water aanbrengt, zal ieder voertuig materieel en soldaten naar het front brengen.

Op de voie sacrée rijden er voortdurend 8.000 voertuigen. Om de veertien seconden passert er een nieuw voertuig, 7 dagen op 7 en 24 uur per dag. Er is ook per type een maximumsnelheid voorzien : 4 km/u voor de artillerievoertuigen, 15 km/u voor de vrachtwagens en 25 km/U voor de bestelwagens. Enkel ambulances en stafwagens hebben de toelating voorbij te steken. De soldaten van de genie onderhouden onophoudelijk de weg, herstellen gaten en zorgen er ook voor dat wagens in panne ogenblikkelijk van de weg afgeduwd worden.

la-voie-sacree_GeorgesScott.jpg

la voie sacrée van Georges Scott

Russen vallen aan bij het Narotsjmeer

Russen vallen aan bij het Narotsjmeer

Om de Duitse druk op het Franse leger rond Verdun wat te verminderen, lanceren de Russen op 18 maart 1916 een aanval op het Duitse leger bij het Narotsjmeer. Deze strategie was afgesproken in Chantilly in december 1915. De wat laattijdige Britse aanval bij de Somme vanaf 1 juli 1916 maakt ook deel uit van deze geallieerde strategische aanpak.

In de wijde omgeving van het Narotsjmeer brengen de Russen 1,5 miljoen manschappen in stelling tegenover 1 miljoen Duitse. De eerste grote Russische aanval op 18 maart 1916, over een ondergrond die geleidelijk ontdooit, blijft in de modder steken. De gevechten duren nog voort tot 30 april 1916, maar eigenlijk wordt er nauwelijks terreinwinst geboekt, terwijl de Duitsers geen troepen terugtrekken rond Verdun. Globaal vallen er bij de Russen ook veel meer doden dan bij hun tegenstrevers.

bron : oorlogskalender 2014-2018, davidsfonds

lake-naroch-offensive-march-18-april-1916

 

 

 

Maandenlange gevechten om le Mort-Homme

Precies twee weken na het begin van de slag om Verdun richt een deel van de Duitse acties zich op de Franse versterkingen op de linker Maasoever. Hoofddoel van de Duitse aanval is het Bois Bourrus, waar een flink pak Franse artillerie wacht. Vooraleer die plek aan te pakken moeten de Duitsers evenwel eerst de heuvel met de naam Le Mort-Homme proberen in te nemen. Omdat die heuvel binnen het vuurbereik ligt van de artillerie op de Côte 304, zou die heuvel er eerst aan moeten geloven.

Drie volle maanden duurt het eer de Duitse troepen hun doel bereikt hebben. De verliezen en het menselijk leed aan beide zijden zijn onnoemelijk. In de daaropvolgende maanden zal deze heuvel nog meer dan eens in andere handen vallen.

Verdun_15_03_1914_Toter_Mann

Duits expressionisme in de rouw

Franz Marc (München 8 februari 1880-Verdun 4 maart 1916) sneuvelt tijdens een verkenning te paard nabij Verdun. Daarmee verliest het Duits expressionisme een van zijn schilders.

Franz Marc wordt in 1900 student aan de Münchener Kunstakademie. De ontmoeting met August Macke in 1910 zorgt ervoor dat hij lid wordt van de Neue Künstlervereinigung München. In 1911 ontmoet hij Wassily Kandinsky met wie hij Der Blaue Reiter opricht.

In 1914 bij het uitbreken van de oorlog meldt hij zich als vrijwilliger. Hij wordt aan het werk gezet als camoufleur. Bedoeling is dat hij camouflagedoeken maakt waaronder de Duitse artillerie kan schuilen om aan het zicht van verkenningsvliegtuigen en -ballonnen onttrokken te worden. Franz Marc laat zich daarbij inspireren door Kandinsky. Over zijn werk schrijft hij in een brief het volgende :

Ik bevond me op een grote hooizolder (een hele mooie atelier) en ik schilderde negen “Kandinsky’s” op tentcanvas. Dit proces heeft een zeer nuttig doel : artillerieposities onzichtbaar maken voor verkenningsvliegtuigen en luchtfotografie door hen te bedekken met zeildoeken beschilderd in pointillistische stijl en in lijn met de kleuren van natuurlijke camouflage (..). Het schilderen moet ervoor zorgen dat onze aanwezigheid voldoende wazig en vervormd is zodat het onherkenbaar wordt. De divisie gaat ons een vliegtuig geven om te experimenteren met luchtfotografie om te zien hoe het eruit ziet vanuit de lucht. Ik ben echt nieuwsgierig om te zien wat het effect is van een Kandinsky bekeken vanaf 2000 meter hoogte

bronnen
http://www.verdun-meuse.fr/index.php?qs=fr/ressources/dessin-du-mois—mai-2012—franz-marc
http://roadstothegreatwar-ww1.blogspot.be/2016/01/franz-marc-kandinsky-and-camouflage.html

FranzMarc

 

De Gaulle krijgsgevangen

Als kapitein De Gaulle met het 33e regiment in de eerste linies voor Verdun aankomt, signaleert hij aan zijn oversten een gat van 700 meter in de linies tussen zijn regiment en de naburige zouaven. Maar nog voor men de eerste linie kan versterken, komt er een Duitse aanval. Op 2 maart 1916 vanaf 6u30 ondergaat het 33e regiment een zwaar Duits bombardement. De Duitsers maken handig gebruik van het gat tussen het regiment van de Gaulle en de zouaven en hebben hen omsingeld tegen 13u15.  Tijdens de gevechten zoekt kapitein De Gaulle beschutting in een loopgraaf maar botst daar op Duitse soldaten. Eén van hen valt de kapitein aan met zijn bajonet en verwondt hem aan zijn bil. Een granaat ontploft vlakbij De Gaulle die het bewustzijn verliest.

Vanaf maart 1916 tot november 1918 is De Gaulle krijgsgevangen in het fort van Ingolstadt. Meermaals tracht hij te ontsnappen. Zijn opvallende lengte van 1,96 meter is daarbij geen voordeel. na de oorlog schrijft hij enkele boeken over militaire strategie, waarin hij onder meer pleit voor de vorming van pantsereenheden omdat deze vuurkracht en mobiliteit combineren. Het Franse leger blijft echter voorstander van statische verdedigingslinies zoals de Maginotlinie.

bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
GeoHistoire février-mars 2016

de-gaulle-capitaine-en-1915

Herbert Sulzbach hoort de Duitse artillerie van Verdun

In zijn dagboek vermeldt Herbert Sulzbach dat hij in de buurt van Plémont zit. Volgens google maps is dit op een kleine 100 kilometer van Verdun. Het geeft een idee van de kracht van het artilleriebombardement als je het volgende leest.

Op 23 februari 1916 begint er een enorm lawaai van artillerievuur ver weg ten zuiden van ons. Dit was het trommelvuur aan het begin van ons offensief van Verdun.

Op 25 februari krijgen we het bericht dat verschillende dorpen rond Verdun door onze troepen zijn ingenomen, een hoop militair materieel is veroverd en onze frontlijn is dichter bij Verdun.

Ander interessant nieuws is dat er voortdurend nieuwe luchtschepen worden gebouwd in de Zeppelinfabrieken in Friedrichshafen en dat we ondertussen over meer dan 100 zeppelins beschikken. Ook het nieuws over Verdun is goed : één fort is ingenomen en de Woëvrelinie is doorbroken.

Op 27 februari word ik gepromoveerd tot Unteroffizier. Nabij Verdun houdt het gerommel nooit op. Er ligt wat sneeuw op de grond, maar het voelt desondanks al een beetje als lente aan.

bron : Herbert Sulzbach, with the German guns, Pen & Sword military

Verdun_DuitseArtillerie

Fort Douaumont in Duitse handen

Voor de Duitse generale staf staat het vast : het fort van Douaumont is het meesterstuk in het verdedigingssysteem van Verdun. Daarom geeft het keizerlijke opperbevel op 25 februari 1916 de opdracht tot verovering van dit fort aan de elitedivisie Brandenburg. De Duitsers gaan er wel van uit dat ze het fort eerst uren onder handen moeten nemen met hun artillerie. En dus krijgt het 24e regiment van de Brandenburg divisie de opdracht zich op 800 meter van de muren van het fort te houden.

Verdun_VonBrandis

Luitenant von Brandis

De 8e compagnie van het 24e regiment installeert zich in de gaten gemaakt door granaatinslagen en maakt zich klaar om er de nacht door te brengen in afwachting van de aanval. Luitenant von Brandis die aan het hoofd van deze compagnie staat, wordt echter ongeduldig. Het lijkt er immers op dat het fort niet echt bevolkt is. Met een twintigtal soldaten gaat von Brandis tot de actie over. Ze knippen de prikkeldraad over, springen over een beek en stormen het fort binnen. Tot hun verbazing zien de Duitsers dat het Franse garnizoen enkel bestaat uit 57 soldaten en 10 artilleristen. Allen geven zich over zonder dat er een schot gelost wordt.

Daags erna koppen de Duitse kranten de overwinningstitels “Douaumont ist gefangen !”.In alle steden van het Duitse rijk luiden de klokken. Von Brandis wordt gedecoreerd met de”Pour le Mérite” medaille.

Bron : GeoHistoire, février-mars 2016