Enver Pasja, de opperbevelhebber van het leger van het Ottomaanse rijk, geeft op 25 februari 1915 de opdracht om de soldaten van Armeense afkomst te demobiliseren en ze onder te brengen in ongewapende werkbataljons. De officiële reden daarvoor was dat men vreesde dat de christelijke Armeniërs zouden collaboreren met Rusland, waarmee het Ottomaanse rijk in oorlog was. Eerder al, na de mislukte Kaukasusveldtocht, gaf Enver Pasja de Armeniërs de schuld van die nederlaag. Meer informatie daarover kan je lezen op deze pagina.
Een aantal historici gaan ervan uit dat deze demobilisatie een inleiding was tot de Armeense genocide. Doordat veel Armeniërs hun wapens kwijt waren, zou er tijdens de latere genocide minder weerstand zijn. Dat bleek ook zo : behalve rond de stad Van was er nauwelijks sprake van Armeense weerstand.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds