van Petrograd naar Kaaskerke

In de periode van 4 tot 7 december 1915 is dokter Lievens in de loopgraven ter hoogte van Diksmuide langs de spoorlijn Diksmuide-Nieuwpoort (loopgraaf Petrograd). In deze periode krijgt de dokter een dringende oproep.

In de nacht van 6 december  word ik naar het kerkhof van Kaaskerke geroepen om een soldaat te verzorgen die door een kogel is gewond. Dit kerkhof is de minst beschermde plek van onze sector. Om er te geraken moet je eerst onder de rails van de spoorweg door en daarna over de vaderlanderkes van de loopgraven klauteren zonder de minste dekking. Voortdurend sissen kogels om me heen. Met de brancardiers zoeken we naar de gewonde. geen spoor. Vuurpijlen verlichten onheilspellend de trieste omgeving.

Uiteindelijk weet een soldaat ons te vertellen dat een wapenmakker uit angst door het lint ging en dat ze hem naar een schuilplaats hebben gebracht. Die abri is een kelder met een stevige bovenkant. Ondertussen heeft onze vriend zich volledig herpakt. In plaats van een verwonding door een kogel had hij te lijden onder een stevige hysterische bui. Zijn strijdmakkers, die dergelijke scènes niet gewoon zijn, dachten dat hij gewond was en verzochten mij om snel te komen. En zo riskeer je soms je leven in de loopgraven voor niets.

Mijn dochtertje Elza is vandaag één jaar oud. Op 7 december ’s avonds vertrekken we naar Kruis Abeele, waar we in reserve liggen.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

loopgraafPetrogradKaaskerke02

loopgraaf Petrograd – Kaaskerke

de bloemmolens van Diksmuide

Dokter Lievens noteert het volgende in zijn dagboek.

28 november 1915
Ik fotografeer de brug en de Bloemmolens van Diksmuide (ook bekend als de Minoterie). Dat laatste had me het leven kunnen kosten, want de kogels fluiten om me heen. Gelukkig heb ik me onmiddellijk op de grond gegooid na het kiekje. Enkele minuten later op tien meter van me af krijgt in een loopgraaggang een sergeant van het 8e linie een kogel in het hart. ’s Avonds wordt bij André Brayeur door een kogel een vinger geamputeerd.

29 november 1915
Het regent, dat belooft voor de aflossing. Jean Blocquions krijgt een kogel in het been. Om 19 uur verlaat ik mijn post en volg de weg van het decauvillespoor. Dit parcours is niet aan te bevelen, want je loopt zonder de minste dekking. Maar deze weg is veel korter dan de gewone weg KaaskerkeOude BarrièreLampernisseOeren. Dat is een goede vijftien kilometer te voet. Ik kom aan tegen middernacht, totaal vermoeid. Een goede maaltijd brengt me weer op krachten. Daarna ga ik op het stro liggen, waar ik onmiddellijk inslaap.

bronnen
André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo
foto komt uit Daniël Vanacker, België in de grote oorlog, Roularta Books

 

Diksmuide_Minoterie

zicht op de bloemmolens of minoterie te Diksmuide vanuit Belgische loopgraven

dokter Lievens onder vuur

Dokter Lievens noteert in zijn dagboek op 26 november 1915 het volgende.

Hevige beschietingen van onze loopgraven met groot kaliber. De granaten vallen op ongeveer honderd meter van mijn schuilplaats. Terwijl ik aan het kijken ben, komt ineens een man in paniek aangelopen en zakt op tien meter van mij in mekaar. Ik haast me naar hem toe, onderzoek hem en stel vast dat hij in de dijven verschillende diepen wonden heeft, veroorzaakt door granaatscherven. Hij zegt me dat hij sergeant is bij de Genie en dat er mannen bedolven liggen (zijn naam was Brien Hubert). Een adjudant van de Genie, Hermes Fernand, hoort dat er soldaten in de problemen zitten en roept me, terwijl hij al in de richting loopt. Ik verbind haastig mijn gewonde, laat hem wegbrengen en spoed me dan ook in de richting van de beschieting, die al de hele tijd voortduurt.

De laatste granaat valt er als ik op dertig meter van het onheil ben. Bij onze aankomst vinden we daar geen levende ziel. Maar plots ontdek ik dan een met vettige aarde overdekte arm die uitsteekt. De aarde die net omgewoeld is, laat zich gemakkelijk verwijderen en ik haal er een onherkenbare man uit. Hij ademt niet meer. Dan bemerk ik wat verder een andere, half zittend, half liggend, met het hoofd geleund tegen een scherpe steen. Een dun straaltje bloed tekent een rode streep van zijn haarlijn tot de kin. Ik herken Hermes, die vijf minuten eerder bij mij was weggegaan. Naast hem ligt een andere figuur die wreedaardig is toegetakeld met een enorm gat in het hoofd, de uitgeslagen hersenen liggen rondom hem. Op het identiteitsplaats lees ik “Cornelis Jozef“, een man van mijn eskadron. Nog wat verder sterft een ander slachtoffer van wie de schedel is stukgeslagen door een granaatscherf. Al die ongelukkigen zijn al een geworden met de aarde waarin ze zijn opgenomen.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

EclatObus02

Dokter Lievens trekt naar de eerste linie

In het dagboek van dokter Lievens staat op 25 oktober 1915 het volgende te lezen :

Op weg naar Diksmuide trekken we doorheen Lampernisse. De dorpskerk is totaal vernietigd, alleen een hoop stenen blijft over. Van Lampernisse leidt een houten pad ons door de velden tot aan de Oude Barrière op het kruispunt van de weg naar Pervijze en de weg van Lo naar Diksmuide.

Vanaf dat punt kom je in gangen die je doorheen Kaaskerke tot bij de eerste linie brengen. Hier wordt voortdurend geschoten. De kogels fluiten in alle richtingen, de vuurpijlen verblinden je, je botst tegen alle soorten hindernissen, je komt afgeloste infanteriemannen tegen die beladen zijn als ezels. Het is bijna onmogelijk om in de smalle gang een tegenligger te kruisen. Heb je het ongeluk naast de passerelle te trappen, dan ben je nat en bemodderd tot aan de knieën. Je vloekt en je gromt.

Uiteindelijk beland ik in mijn schuilplaats tegen de Ijzeroever in het midden van de sector. Ik zit van kop tot teen onder het slijk. Tijdens de nacht verzorg ik Louis Silverrams van de 1e eskadron, die door een kogel in de voorarm werd getroffen.

bron : André Gysel, Dokter Lievens – dagboek van een arts in de loopgraven van WOI, Lannoo

Marc-Henri Meunier - passerelle no 15

Marc-Henri Meunier – passerelle no 15

dokter Lievens verruilt verlof voor de gevechten van Steenstrate

Dokter Lievens was vanaf 18 april 1915 op verlof en ging naar Folkestone en Londen. Zijn notities daarover vind je terug op deze pagina. Zijn verlof eindigt op 22 april en daags nadien komt hij terug in Belgie op de dag van de eerste Duitse gasaanval nabij Ieper.  Hij noteert het volgende in zijn dagboek.

23 april 1915

dokter Lievens

dokter Lievens

De terugkeer verloopt op een woelige zee, maar ik word niet zeeziek. In Calais wacht een auto mij op om me direct naar het kantonnement te brengen. Wat een drukte bij mijn aankomst. Ik krijg bevel me onmiddellijk ter beschikking te stellen van de C.D.A. (cavaleriedivisie). De Duitsers hebben de Franse sector, verdedigd door territoriale troepen, in Steenstraete aangevallen. Voor de eerste maal heeft de vijand gebruik gemaakt van gifgas. De verraste soldaten werden vergiftigd. De Fransen moesten zich terugtrekken met verlies van vierentwintig 75-mm kanonnen, vier houwitsers en 1500 gevangenen. De Britten rechts van hen en onze cavaleriedivisie links worden gedwongen zich terug te trekken. De Duitsers bezetten Steenstrate.

24 april 1915
De Duitsers vallen het Belgische front aan na een overvloedige beschieting met gifgasgranaten. Vertrouwend op hun succes rukken ze op in colonnes van vier met het geweer aan de riem. De officieren nemen de leiding met getrokken sabel en de revolver in de vuist. Als gelukkige voorzorg heeft generaal De Ceuninck alle mitrailleurs in de bedreigde sector laten brengen. De moffen naderen tot op 150 meter en worden dan warmpjes onthaald met geweervuur, geratel van mitrailleurs en gedonderd van kanonnen. De Duitsers vallen als vliegen. Niettemin blijven zij die volgen de eersten vooruit duwen en dat blijft achttien minuten duren. Het wordt een bloedbad zonder voorgaande. Je zou medelijden krijgen met die kerels, ze worden als strohalmen neergemaaid. Eindelijk zien we de colonnes wankelen, uiteenvallen en dan wordt het een redde-wie-zich-redden-kan. Een immense zegekreet weerklinkt uit onze loopgraven, overwinningskreten, gehuil van vreugde. Ondanks het verbod van de officieren verlaten onze grenadiers en karabiniers zegedronken hun versterkingen om de verliezers te achtervolgen. Ze omhelzen elkaar, lachen, huilen, dansen, ze zijn als gek geworden.

’s Avonds tellen we voor onze linies achthonderd Duitse doden en we beschouwen de Duitse inspanning als gebroken. Eens te meer heeft ons kleine dappere leger Europa gered, want als wij de Duitsers niet hadden tegengehouden, dan zouden ze doorgebroken zijn en Duinkerke en Calais hebben ingenomen, met alle funeste gevolgen vandien. Diezelfde dag hebben de 418de Franse en het 135e Zouavenregiment bijgestaan door de Britten en Canadezen het verloren terrein heroverd ten koes van heldhaftige inspanningen en verschrikkelijke verliezen. Mijn God, wat een bloed ! Wat een bloed ! ie dag heb ik meer bloed zien bloeien dan gedurende heel de oorlog. Brancardiers en dokters hebben met bewonderenswaardige energie en toewijding stoïcijns hun taak volbracht.

25 april 1915
Bij Steenstrate rukken we nog op, maar de Duitsers verdedigen hardnekkig het gehucht (Luzern). Ze gaan energiek in de tegenaanval, maar wij houden wat we hebben.

Dokter Lievens op verlof in Engeland

Dokter Lievens is vanaf 18 april 1915 op verlof. Hij heeft het geluk naar Engeland te kunnen trekken.

18 april 1915  : In verlof naar Londen met René Van Snick. Eerst logeren we in Calais in het Hotel Terminus.

19 april 1915 : We vertrekken naar Folkestone om 8u15. Na een voorspoedige overtocht komen we omstreeks de middag aan en boeken inb het Pavilion Hotel. Wij zoeken Jozef Ide (schoonbroer van dokter Lievens) in de Folketsone Parade op het adres dat hij ons heeft achtergelaten maar hij is vertrokken zonder enige aanduiding. In de namiddag worden we in een privéclub ontvangen. De leden zijn wat blij met de kleine souvenirs die we van het front hebben meegebracht.

20 april 1915 : Londen. Strand Palace Hotel. Zeker aan te bevelen. Fooien zijn niet toegelaten. We ontmoeten Jozef, een heel chique meneer, een echte gentleman. Hij heeft een kleine kamer in D street. Op een klein plankje boven het bed lees je :”Strikt verboden dames binnen te brengen”. Het is doodstil in Londen, want het is zondag en alles is dicht. ’s Avonds begeven we ons naar Hotel Monico, ontmoetingsplaats van de Belgen.

21 april 1915 : We flaneren en wandelen in Londen.

22 april 1915 : Grote propaganda voor rekrutering : je ziet langs alle kanten mensen samentroepen en mannen en vrouwen die de massa bewerken. Bij Kingsway treedt een buitengewoon originele Schotse muziekgroep op met fluiten en doedelzakken en tamboers die de grote trom roeren. De muzikanten zijn in pantervellen gekleed. Ze worden gevolgd door een auto met een officier en 2 dames in uniform. Daarna houdt de officier een uiteenzetting en vraagt om tien man. Een na een komen die uit de menigte en worden naar de kazerne gebracht. In Groot-Brittanië word je op die manier bij het leger ingelijfd. Bij Kodak koop ik een fototoestel (de foto’s die dokter Lievens daarmee maakt, zijn ook in het boek afgebeeld).

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

Pavilion Hotel te Folkestone

Pavilion Hotel te Folkestone

gevechten rond Drie Grachten

Dokter Lievens maakt gevechten rond Drie Grachten mee. Drie Grachten is een gehucht in Merkem, deelgemeente van Houthulst en gelegen aan het front. In zijn dagboek noteert hij einde maart begin april de volgende zaken :

22-3-1915
Nachtwerk. Duitse aanval bij Drie Grachten. Ze veroveren de stelling van het veerbootje.

23-3-1915
Met de commandant begeef ik me naar Duinkerke. We vernemen er dat Przemysl zich heeft overgegeven (lees meer hierover op deze bladzijde) . ’s Avonds ondergaat Reninge een beschieting bij volle aflossing. Vier doden en zes gewonden.

25-3-1915
Net als gisteren het gewone loopgravenwerk, zonder incidenten.

26-3-1915
Na het werk worden we door de Duitse artillerie bestookt. De granaten achtervolgen ons naargelang we ons verplaatsen. Een grote scherf valt op een halve meter van mij.

27-3-1915
Ik ontvang een brief van Maria Ide (schoonzus) en een andere van Ninove. Iedereen maakt het goed, dat is het belangrijkste. Nachtwerk van 19:00 tot 04:00 uur. Geweervuur bij post 2.
Het klooster van Pollinkhove met de infirmerie wordt getroffen door een granaat, die een bancardier doodt en vijf zieken verwondt.

1-4-1915
Een Duitse piloot gooit strooibriefjes uit met de mededeling dat ze Lo gaan bombarderen. Wat een verfijnde aankondiging ! En werkelijk, twee uur later begint dat feest. Het was dus geen aprilvis !

4-4-1915
Explosie van een munitiedepot. Acht man komen om.

5-4-1915
Zeven man verdrinken bij de aflossing van post 3. Tijdens de nacht vissen we twee lijken op.

6-4-1915
Ook de vijf andere lijken kunnen we bergen.

7-4-1915
Begrafenis van de acht ongelukkigen die op 4 april door die explosie zijn omgekomen. Daarna heroveren we de stelling van het veerbootje bij Drie Grachten.

bron : André Gysel, Dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

DrieGrachten_Veerman

 

Dokter Lievens ziet de kerk van Reninge branden

8-3-1915 : We worden aangeduid om de 1e cavaleriedivisie te vervangen in de sector Fort Knokke en het Veermanshuis. We kantonneren in Gijverinkhove in de hoeve De Corte.

9-3-1915 : Verschillende granaten omkaderen de hoeve Dugardein in Lo. Gelukkig raakt niemand gewond. De hele familie blijft er wonen.

10-3-1915 : Kantonnement bij de Fintele aan de Ijzer. De kerk van Reninge brandt als gevolg van een beschieting met brandbommen. De toren is voor de helft vernield. ’s Avonds trekken we naar het front om de eerste linie te versterken en om colonnepaden aan te leggen. We werken tot 2 uur. Kalme nacht in de sector. De Duitsers verlichten onze linies met vuurpijlen, ze geven heel wat signalen waarvan wij niets begrijpen. Er zijn vuurpijlen van alle kleuren. Het is als een vuurwerk op een goede ouderwetse kermis. Plots weerklinkt hevig geweervuur rechts van ons. Naar verluidt zouden de Britten in de aanval gaan. Het geweervuur laait bij herhaling driemaal op om dan zachtjes uit te doven. In de verte vermindert de gloed van de kerk van Reninge langzaam in de nevelige nacht.

11-3-1915 : We moeten ons logement afstaan aan de 4e legerdivisie. Voor vannacht staan we dus op straat. We vernemen uit officiële bron dat de Britten vijf kilometer zijn opgerukt in de streek van La Bassée. Dit goede nieuws doet me de hardheid van het bestaan vergeten en ik droom er heerlijk van om binnenkort mijn lieve familie en mijn huisje terug te zien.

bron : André Gysel, dokter Lievens – dagboek van een arts, Lannoo

de kerk van Reninge

de kerk van Reninge

 

Dokter Lievens op de terugtocht uit Antwerpen

Dokter Lievens is één van de laatste Belgen in Antwerpen als hij op 9 oktober 1914 het bevel krijgt de stad te verlaten. Hij krijgt te maken met de snelle Duitse opmars.

De Duitsers steken in Schoonaarde en Antwerpen de Schelde over en omsingelen ons bijna helemaal. Omstreeks 22 u krijgen we het bevel ons vechtend terug te trekken. Verschrikkelijke nacht. Moreel beneden nul. Achter ons gaan de forten een na een de lucht in.

Paniek in Vrasene. Soldaten gooien wapens en uitrusting weg, duwen elkaar opzij en gaan op de vuist om hun hachje te redden. Heel wat mannen lopen verwondingen op. Uiteindelijk slagen oversten erin de orde te herstellen. Het merendeeld van de soldaten vindt zijn wapens terug en we begeven ons naar Verrebroek.

bron : kalender 2014-2018, Davidsfonds

Op onderstaande kaart staan Antwerpen, Vrasene en Verrebroek aangeduid. De nabijheid van de Nederlandse grens was voor sommigen heel aanlokkelijk om deze over te steken in de hoop van de oorlog af te zijn.

kaartBijAgendaLievens19141009