Marsbevel naar Ankara

De spanning van de voorbije weken begint zich te wreken bij Hans Tröbst. Eindelijk is hij aangekomen in Inebolu, een Turkse havenstad aan de Zwarte Zee. Maar daar krijgt hij te horen dat hij weken moet wachten op verdere marsbevelen vanuit Ankara. De verveling slaat toe en ook een verkoudheid waar hij maar niet van af geraakt. Na enkele dagen in bed gelegen te hebben, wordt Hans onder zachte dwang opgenomen in een lazaret. Daar maakt hij kennis met lotgenoten die net zoals hij ook verder willen reizen naar Anatolië om te gaan vechten in dienst van de Kemalisten.

Het lazaret lag boven op een berg, vanwaaruit men een heerlijk vergezicht had op de Zwarte Zee en de bergen. En zo bracht ik veertien dagen in de ziekenzaal door met andere patiënten terwijl we met groot ongeduld wachten op ons marbevel. De ene dag duurde al even lang als de andere. Na twee weken werd ik eindelijk gezond verklaard en ik werd op staatskosten ondergebracht in een hotel.

Na vijf weken kreeg ik eindelijk het verhoopte nieuws. En wie beschrijft mijn vreugde als ik op 5 maart 1921 het langverwachte telegram uit Ankara kreeg. Wat een ongelooflijk toeval. Op 5 maart 1910 werd ik aangesteld als Fahnenjunker in het Pruisische leger en op dezelfde dag maar elf jaren later, kreeg ik de mededeling dat ik voortaan de halve maan als kokarde mocht dragen.

Men stuurde me naar de commandant, die me beloofde alles voor te bereiden, ezels te huren en me te verwittigen als alles klaar zou zijn. Jammer genoeg werd het weer slechter en de afreis was dan ook niet mogelijk. Tot mijn vreugde kreeg de goede Hakki de volgende dag zijn marsbevel en we besloten samen op te trekken. We spraken af om de tiende maart te vertrekken.

bron : Die Reise nach Anatolien – Band 8: Vom Baltikum zu Kemal Pascha (Ein Soldatenleben in 10 Bänden 1910 – 1923) Kindle-editie

Het dagboek van Louis Barthas

Louis Barthas is een Franse tonnenmaker of kuiper uit het zuiden van Frankrijk. Hij heeft de ganse eerste wereldoorlog meegemaakt en heeft het geluk gehad om die te overleven. Tijdens de oorlog hield hij notities bij in zijn schriften. En na de oorlog heeft hij zijn schriften omgezet in een boek.

Vanaf 2014 heb ik op deze blog geregeld berichten geplaatst van gebeurtenissen van 100 jaar geleden. Het dagboek van Louis Barthas ben ik pas in maart 2015 beginnen gebruiken. Nu de honderdjarige herdenking van de Groote Oorlog voorbij is, en ik niet meer bijna dagelijks berichten plaats, lijkt me de tijd gekomen om de ontbrekende passages van het dagboek van Barthas hier te vermelden.

De republiek Labin

Op 2 maart 1921 wordt de republiek Labin uitgeroepen in Istrië (tegenwoordig deel van Kroatië). De republiek wordt bestuurd door mijnwerkers en boeren. De actie is een antwoord op de italianisering van de streek nadat Italië Istrië heeft toegewezen gekregen door het verdrag van Saint-Germain. Niet alleen de Italiaanse overheid maar ook fascistische groeperingen zetten de plaatselijke bevolking onder druk. Meer bepaald de mijnwerkers van de streek rond Labin meten zich in wekenlange confrontaties met de Italiaanse mijneigenaren tegen de uitbuiting. Op 1 maart 1921 escaleert het conflict, als fascistische paramilitairen de leider van de mijnwerkers, Giovanni Pippan aanvallen en zwaar verwonden. Vanaf 2 maart protesteren meer dan 2000 arbeiders tegen de fascistische terreur. Boeren en andere inwoners van Labin sluiten zich bij hen aan. Een mijnwerkerscomité roept op tot staking en bezet de steenkoolmijnen. De leuze van de nieuwe republiek wordt dan ook “Kova je nasa” (“De mijn is van ons”).

Op 8 april 1921 stuurt de Italiaanse overheid een duizendtal soldaten om een einde te stellen aan de republiek. Na de urenlange gevechten worden de mijnwerkers overmeesterd en 52 onder hen verschijnen voor de rechtbank. Het is daarmee ook gedaan met de republiek van Labin. Maar deze republiek wordt wel beschouwd als de allereerste daad van verzet tegen het groeiende fascisme.

bron : https://nl.wikipedia.org/wiki/Republiek_Labin

het lange wachten in Inebolu

In het vorige bericht over Hans Tröbst hebben we gezien hoe hij er eindelijk in slaagt Constantinopel per schip te verlaten (lees meer hierover op deze pagina). Hij komt uiteindelijk aan in Inebolu aan de Zwarte Zee. Over zijn aankomst noteert hij het volgende :

Een grote mensenmassa, die me nieuwsgierig bekeek, stond op de kaai. Ik baande me een weg met mijn soldaten, waarvan er één een Franse blauwe mantel droeg (een souvenir van het Adanafront) en de andere droeg bereidwillig mijn koffers. We kwamen aan een groot gebouw, waarvan het gelijkvloers meerdere bureauruimtes omvatte. Ik werd naar een bureau begeleid en de soldaat zei tegen de burger achter de schrijfmachine een aantal zinnen, waarin ik “Alman Yüzbaşı” herkende. Dat betekent “Duitse officier”.

Ik werd door de aanwezigen met interesse bekeken. Niemand van de aanwezigen sprak Duits of Frans, maar men deed me teken dat ik mocht gaan zitten en ik kreeg sigaretten aangeboden. Later werd me verteld dat men twijfelde of de Duitse keizer was aangekomen. Dat gerucht had de ronde gedaan na mijn aankomst. De haven van Inebolu was de enige aan de ganse noordkust die door de Kemalistische regering geopend was. Na een uur verscheen er eindelijk een jongeman, buiten adem, die vloeiend Duits sprak en wel zo vloeiend en met gebruik van allerlei germanismen, dat ik hem eerst voor een landgenoot hield. Tijdens het voorbije uur had men hem gezocht als tolk en nu kon de arbeid beginnen. Ik begon mijn levensverhaal te vertellen om bij het punt te komen dat ik hier was aangekomen met de bedoeling in Turkse dienst te treden… Sensatie ! Een paar ogenblikken lang stopte de bedrijvigheid in het gebouw, beambten en klerken omringden me en vroegen de tolk mij hun vragen te vertalen.

Mijn aanvraag werd schriftelijk vastgelegd, ik ondertekende. Dan werd mijn bagage onderzocht en onder begeleiding van tolk Hakki Bey gingen we naar een ander gebouw waar men mijn papieren opnieuw nakeek. Dan vertelde de tolk me :”Men zal voor u een onderkomen zoeken. Hikmet Bey is een vertegenwoordiger van de stad, die voor u onmiddellijk een woning zal uitkiezen. Het is hier zeer druk in de stad want er zijn hier veel soldaten en officieren die op een marsbevel uit Ankara wachten om verder te reizen. Iedereen die zich hier aanmeldt, wordt telegrafisch doorgegeven aan Ankara en de regering beslist of de betreffende persoon mag verder reizen of teruggestuurd wordt. “.

Ik stelde natuurlijk de vraag hoe lang dat ongeveer zou duren voor ik weer kon verder reizen. – “Een telegram naar Ankara en terug duurt pakweg twee weken. Maar het wachten hier duurt altijd vier weken. “.

En zo begon het lange wachten voor Hans Tröbst op zijn marsbevel.

bron : Die Reise nach Anatolien – Band 8: Vom Baltikum zu Kemal Pascha (Ein Soldatenleben in 10 Bänden 1910 – 1923) Kindle-editie

Inebolu – havenstad aan de Zwarte Zee