Arthur Pasquier, onderluitenant in het Belgische leger, bracht de nacht door in Klerken. Hij lijkt in een uistekend humeur wanneer hij op 1 oktober 1918 in zijn dagboek schrijft.
Wat een buitengewoon fantastisch uitzicht hebben we ’s morgens vanuit de observatiepost waar we de nacht doorbrachten. De door de Duitsers zo zorgvuldig uitgewerkte toegang naar het hart van hun vroegere stellingen ligt er compleet onbewaakt bij. Gelukkige hebben onze tegenstanders andere problemen aan het hoofd dan eraan te denken ons lastig te vallen.
We leven merkwaardig sober, zelfs nog slechter dan in volle bewegingsoorlog. De enige bevoorrading is verstopt door files en ligt tevens onder vijandelijk kanonvuur met verre reikwijdte, wat het nog erger maakt. Het resultaat is dat er niets doorkomt, we moeten teren op onze reserves.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds