Commandant Johannes Lohs en de bemanning van de onderzeeër UB-57 van de Kaiserliche Marine verdwijnen op 14 augustus 1918 zonder een spoor na te laten in de Straat van Dover. De enige plausibele verklaring is dat ze op een onderzeese mijn zijn gevaren. ’s Avonds is er nog contact met de basis in Zeebrugge en dan niets meer tot het lichaam van commandant Lohs ongeveer een week later aanspoelt. Hij wordt met militaire eer begraven in Vlissingen. De lichamen van Duitse gesneuvelden van de eerste wereldoorlog verhuizen daarna van Vlissingen naar Ysselsteyn in Nederlands Limburg. Daar rusten ze samen met de gesneuvelden van de tweede wereldoorlog.
Johannes Lohs kwam in actie kort na het begin van de oorlog. In de loop van zijn carrière ontving hij meerdere eretekens en werd hij meermaals gepromoveerd.
Bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
https://surfaceinterval.uk/oberleutnant-zur-see-johannes-lohs/