Op voorpost A5 beleeft Joris Van Severen op 17 februari 1918 weer een bange en koude nacht.
’s Nachts worden ik en mijn mannen fel beschoten en we hebben alleen enige zakjes om ons te vrijwaren. Enige minuten helleleven. Ik bid fel en God beschermt ons. Wij hebben geen gekwetsten.
En heel de nacht staan wij daar te bibberen van koude want het vriest. Dat snorren en janken van de Duitse obussen is benauwend en hun stank van zwavel en carbuur nijpt de keel toe. Maar ik blijf toch vol moed. Tijdens de dag weer enige obussen naar onze posten. Ik slaap rustig voort, kome wat moet.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Onderstaande tekening heb ik via google gevonden en komt waarschijnlijk it een stripreeks. Zie ook http://www.corsicainfurmazione.org/grande-guerre-cent-ans-apres/2017