In de jaren 1917-1918 neemt de hongersnood onder de bevolking toe. Diverse gemeenten, instellingen en organisaties dragen hun steentje bij om de ergste nood te lenigen.
Het gemeentebestuur van Eindhout beslist op 22 januari 1918 om 18.000 frank te lenen bij het Gemeentekrediet voor “voedingskosten onzer medeburgers”. De lening zou terugbetaald worden “in het jaar na het sluiten van de vrede”.
Ook voordien al leverde het Eindhoutse gemeentebestuur inspanningen. Op 15 maart 1917 besliste ze om “de volksvoeding” in te richten die vooral bestond uit de bedeling van soep. Wie in aanmerking kwam voor die “volkssoep“, kreeg ook een toelage van maximaal 1,5 frank per maand. Tegelijkertijd gaf de gemeente financiële toelagen aan het plaatselijk comité voor hulp en voeding.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds