Op 24 juli 1919 ontvangt Luik de président van de Franse republiek Raymond Poincaré. Die komt de vurige stede een ereteken overhandigen, namelijk het teken van de Ridder van de erelegioen (“la Croix de Chevalier de la Légion d’honneur”). De president had Luik dat ereteken al toegekend op 7 augustus 1914, nauwelijks drie dagen na de Duitse inval in België. Deze beloning is toegekend aan Luik voor het verzet van de stad en zijn twaalf forten. Dit verzet had inderdaad de geallieerden de nodige tijd gegeven om zich te organiseren en de Duitse inval tegen te gaan.
