Gaston Le Roy heeft het niet gemakkelijk. Op 23 september 1918 noteert hij het volgende in zijn dagboek.
We lossen duizenden Franse 75 mm-granaten. Ik loop er krom van en mijn handen zijn gekneusd. De voorbereidingen zijn ernstig. Dolken en schoppen worden uitgedeeld. De gesprekken gaan angstig hun gang. Wat het ook wordt, we hebben twee goede kansen tegen een slechte. We zullen niet allen sneuvelen, velen zullen gewond geraken, anderen krijgsgevangen. Misschien blijven de meesten zoals we zijn. Maar wie wordt door het noodlot getroffen ? Wie ?
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds