Op 9 augustus 1918 onderneemt de Italiaanse dichter en nationalist Gabriele D’Annunzio een hachelijke onderneming, die bekend staat als de vlucht naar Wenen.
Samen met 10 andere piloten vertrekt hij vanuit Italië met vliegtuigen die allen de leeuw van San Marco dragen. De 11 piloten vliegen 1200 kilometer vanaf het militaire vliegveld Due Carrare bij San Pelagio naar Wenen en terug. Ze bombarderen de Oostenrijks-Hongaarse hoofdstad niet maar laten duizenden pamfletten neer.
Deze vlucht was al de derde poging : de vlucht van 2 augustus wordt afgelast wegens zware mist, de vlucht van 8 augustus wegens sterke wind. Maar op 9 augustus geraken de Italianen dan toch boven Wenen en laten hun pamfletten naar beneden dwarrelen.
Het zijn twee verschillende pamfletten : het eerste is enkel in het Italiaans en is geschreven door D’Annunzio. Het tweede pamflet is van Ugo Ojetti en is ook vertaald in het Duits.
De vlucht wordt niet door alle piloten tot het einde meegemaakt. Ze stijgen op om 5u50, maar kort daarop draaien twee vliegtuigen terug wegens motorproblemen. Een derde vliegtuig moet een noodlanding maken. De acht overgeblevenen vliegen verder en worden om 6u40 door Ostenrijks-Hongaarse posten waargenomen. Gelukkig voor de Italianen is er heel wat bewolking : dat maakt de navigatie zwaar maar zorgt er ook voor dat ze vanaf de grond moeilijk ontdekt worden.
Onderweg moet er nog een Italiaan een noodlanding maken bij Schwarzau am Steinfeld. De piloot Sarti slaagt erin zijn vliegtuig in brand te steken voor hij de Oostenrijkse gendarmen wordt opgepakt.
Om 9u20 zijn de zeven overgebleven vliegtuigen boven Wenen aangekomen. Aan boord zijn Natale Palli en Gabriele D’Annunzio, Antonio Locatelli, Gino Allegri, Aldo Finzi, Pietro Massoni, Ludovico Censi en Giordano Granzarolo.
De vlucht boven Wenen duurt ongeveer 20 minuten. Nergens hebben de piloten last van luchtafweer. Ook Oostenrijkse vliegvelden krijgen te laat de melding van vijandelijke vliegtuigen binnen om tijdig op te stijgen en aan te vallen. Als Oostenrijkse vliegtuigen om 10u05 boven Wenen aankomen, zijn de Italianen alweer verdwenen.
De Italiaanse formatie is om 9u40 aan de terugvlucht begonnen. Ze gebruiken eerst de Donau als richtpunt en daarna de spoorbaan Graz–Laibach–Triest. Om 12u36 landen alle vliegtuigen weer in San Pelagio.
De weerklank in de Italiaanse en buitenlandse pers is enorm. Dit is de eerste keer dat vliegtuigen van de Entente opduiken boven een hoofdstad van de Centralen. In Oostenrijk is men vooral onthutst omdat men niet weet hoe de Italianen erin geslaagd zijn op te duiken boven Wenen voor er tijdig alarm werd geslagen.
Het pamflet van Ugo Ojetti bevatte de volgende tekst :
WENER!
Leer de Italianen kennen. Als we wilden, konden we bommen op jullie stad afwerpen, maar we brengen jullie een groet van de tricolore van de vrijheid.
Wij Italianen voeren geen oorlog tegen burgers, kinderen, grijsaards en vrouwen. Wij voeren oorlog tegen jullie regering, de vijand van nationale vrijheid, met jullie blinde, koppige en wrede regering, die jullie geen brood of vrede kan geven, maar jullie enkel met haat en bedrieglijke hoop voert.
Wener !
Men zegt van jullie dat jullie intelligent zijn, maar waarom hebben jullie het Pruisische uniform hebben aangetrokken ? Voortaan, dat zien jullie, is de ganse wereld tegen jullie gekeerd.
Willen julie de oorlog verderzetten ? Doe maar, het zal jullie zelfmoord zijn. Wat hopen jullie ? De eindoverwinning beloofd door de Pruisische generalen ? Hun eindoverwinning is zoals het brood van de Oekraïne : je sterft terwijl je erop wacht.
Burgers van Wenen, bedenk aan wat jullie wacht en wordt wakker.
Leve de vrijheid ! Leve Italië ! Leve de Entente !
Pingback: bezetting van Fiume – Martinus Evers