Raoul Snoeck is al enkele maanden in opleiding in Gaillon. Op 15 oktober 1917 verneemt hij dat hij met glans geslaagd is als kandidaat-officier. Daarna krijgt hij nog 2 weken verlof, de langste verlofperiode tot nu toe in de oorlog. Maar dan komt het moment dat hij terug naar het front moet.
3 november 1917 : Om twee uur in de namiddag heb ik Gaillon verlaten met mijn diploma van aspirant-officier. Met spijt zeggen we dit mooie Normandië vaarwel. Hier hebben we de zachtste maanden van het jaar doorgebracht. Straks voeren we weer oorlog in de vochtige vlakten van Vlaanderen. Met pijn in het hart ondergaan we de bruuske verandering.
5 november 1917 : Ik heb links en rechts gereisd tot ik weer definitief in mijn regiment ben beland. Als iemand adjudant wordt, dan verandert hij gewoonlijk van compagnie, om te vermijden dat een te grote vertrouwelijkheid ontstaat tussen overste en soldaat. Ik heb alles gedaan wat ik kon om in mijn compagnie te blijven en ben erin geslaagd. De soldaten bereiden me een ontvangst voor die me ontroert. Mijn mannen zijn voor het merendeel buitenmensen en arbeiders maar ik hou van hen. Ze zijn al bij me sinds het begin van de oorlog en het zou me pijn doen hen te verlaten. Ik ben te veel aan hen gehecht, verbonden door gedeelde vreugde en hoop en door de gevaren die wij trotseren.
bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, uit het Frans vertaald door André Gysel