Begin oktober 1915 krijgt de Boyau de l’Yser – door de soldaten weldra Boyau de la Mort genoemd – twee zware Duitse aanvallen te verduren. Op dat moment bezet het 12e Linieregiment de sector.
Op 2 oktober 1915 wordt het hoofd van de Dodengang vanaf 6u30 zwaar gebombardeerd. Weldra liggen de voorste tranchées T!, T2 en T3 er volledig vernield bij. Aan de kant van de Ijzer zijn er verschillende bressen geslagen. Rond 10 uur ziet men dat de Duitsers vanuit hun loopgraaf een inval doen in T1. Intussen steken anderen met vlotten de Ijzer over en dringen via de ingeslagen bressen de Dodengang binnen aan T2 en T3. Kort daarop slagen enkele Belgische soldaten erin, met geweervuur en bajonet, T3 te heroveren. Direct wordt ook de bres met aardezakjes gedicht. De eigenlijke tegenaanval laat niet op zich wachten. Over ingestorte borstweringen, prikkeldraadversperringen en puin waagt een peloton zich een baan in de vernielde Dodengang. Het slaagt er reeds tegen 11u30 in om T2 en T1 te heroveren en de Duitsers te verdrijven. Met de hulp van de genie begint men de loopgraaf te herstellen, worden de bressen met aardezakjes gedicht en brengt men de telefoonverbinding weer in orde. Intussen worden doden en gewonden weggehaald. Aan Belgische zijde telt men 15 doden, 44 gewonden en 7 vermisten.
Twee dagen later, op 4 oktober 1915, komt de Boyau de la Mort alweer onder zwaar Duits artillerievuur te liggen. Na drie uur bombardementen wagen de Duitsers een nieuwe aanval. Het peloton met korporaal Comhaire wordt er onmiddellijk heen gestuurd. “Vooruit, bajonet op het geweer !”, klinkt het bevel. Vooraan in de Dodengang verloopt de strijd moeilijk. De loopgraaf is zwaar vernield. Werpend met handgranaten, kunnen ze de vijand tenslotte verdrijven.
Nauwelijks is de kalmte ingetreden of het Belgisch veldgeschut neemt de vijandelijke stellingen onder vuur. De 75 mm granaten vliegen rakelings over de soldaten die het heroverde stuk Dodengang bezetten. Ze zien stenen, aarde en piketten met prikkeldraad in de lucht vliegen.
Het Duitse aanvalsvuur is voorlopig geblust en het 12e Linieregiment wordt op 6 en 7 oktober 1915 door het 1e regiment Jagers te voet afgelost. Voor de manschappen van et 12e Linieregiment volgt na enkele dagen werk (met kantonnement) te Bulskamp een week verlof in De Panne. Zij krijgen er op 16 oktober het bezoek van generaal-majoor Jules Jacques.
Nog in oktober 1915 beslist de legerleiding om de bezetting van de Boyau de la Mort in te perken. Het aantal verliezen loopt te hoog op. De genie van de 3e Legerdivisie krijgt de opdracht 275 meter voorbij paal 16 (aan T2) een dijkbreuk te veroorzaken. Op 11 oktober 1915 zorgt de explosie van 450 kilogram springstof voor een bres van 6 meter diep en 15 tot 20 meter breed. Tussen het nieuwe hoofd van de Dodengang en de dichtste Duitse stelling ligt nu een grote, diepe en moeilijk te overschrijden plas water. In de Dodengang zelf worden de wanden verstevigd door het vervangen van aardezakjes door cementzakjes. Voortaan blijft de bezetting er overdag beperkt tot drie ploegen van granaatwerpers.
bron : Siegfried Debaeke, het drama van de Dodengang, de Klaproos