In het dagboek van Louis Barthas lezen we het volgende : “Op 20 februari (1915) waren we in Annequin. Dezelfde avond nog moesten we naar onze linie. Die namiddag was er een zware hagelstorm en door de wind stapelde de hagel zich op in de verbindingsgangen. Toen we die ’s avonds ingingen, stonden ze boordevol ijswater. Het laat zich raden hoe aangenaam dit voetbad, of liever deze kniewassing was. En toch stonden we nog te zweten. Er moest werkelijk een goed bestaan die de arme poilus beschermde tegen bronchitis en verkoudheid. Toen ik met een kameraad in de voorste linie aankwam en in ons onderkomen wou uitrusten, was het ingestort ! We hadden dus na een hele nacht wachtlopen geen plek meer om te slapen. In een nabijgelegen schuilplaats was een vuurtje aangestoken waaraan ik me mocht warmen. Ik denk dat ik alleen daardoor die nacht niet ben gestorven van de kou.
bron : Dirk Lambrechts, de oorlogsdagboeken van Louis Barthas, uitgeverij Bas Lubberhuizen