Op 16 oktober 1914 noteert Raoul Snoeck in zijn dagboek dat hij de Schoorbakkebrug bewaakt. Lees meer op deze pagina. Hieronder noteren we enkele treffende fragmenten uit Raoul Snoeck, In de modderbrij van de Ijzervallei.De tekening die tevens tekst uit dit dagboek vermeldt, komt uit de graphic novel “Afspraak in Nieuwpoort” van Ivan Petrus Adriaenssens.
19 oktober 1914
De hele dag worden we hevig gebombardeerd. Hetzelfde gebeurt aan de kant van Nieuwpoort en Diksmuide. Er wordt geschoten zonder ophouden. De onverschrokkenheid van de Belgen moet niet onderdoen voor de koppigheid van de vijand. Het begint hardnekkig en doordringend te regenen, kleren en bodem raken doorweekt. (…)
20 oktober 1914
Nog een dag en een nacht gaan voorbij, de regen houdt maar niet op. Alleen het kanonvuur vermindert, een korte verpozing. ’s Morgens om acht uur herneemt het gedonder van de artillerie.Obussen van groot kaliber komen in grote hoeveelheden aansuize, keren de loopgraven ondersteboven en slaan enorme kraters. (…) Aangezien de veldkeuken onder vijandelijk vuur ligt, worden we niet meer regelmatig bevoorraad. Dan maar zonder voedsel. We zijn al verschillende dagen in het gevecht verwikkeld en niemand komt ons aflossen, het is beangstigend. (…)
21 oktober 1914
(…) De Duitsers vallen aan met verse troepen : honderdzestigduizend man ondersteund door tenminste vijfhonderd kanonnen. Wij daarentegen zijn niet eens met vijftigduizend, slecht uitgerust en maar gesteund door driehonderdvijftig kanonnen van 75 en twee houwitsers van 149. De vierduizend soldaten die de lijn Nieuwpoort-Pervijze verdedigen, behoren tot de 1e, 2e en 22e linieregimenten. De anderen zijn richting Diksmuide vertrokken en worden gesteund door zesduizend Franse marinefusiliers.We zijn geveld en dood van honger. (…) De toestand is kritiek, het Belgisch leger wordt steeds kleiner en is aan zichzelf overgeleverd. We zijn hopeloos ontredderd en hebben drie dagen niets meer gegeten of gedronken.
23 oktober 1914
(…)Een hele lijn soldaten rukt op. Met een groot aantal makkers voeg ik me bij hen. Op hun beurt schallen de vijandelijke klaroenen en een groep Duitsers rukt op van Schore naar de Ijzer. We nemen de vijandelijke kolonne onder vuur, maar de gesneuvelden worden onmiddellijk vervangen. De vijand wordt tweemaal in de flank aangevallen tussen Schoorbakke en Stuivekenskerke. Zonder succes. De Duitsers blijven de Ijzer in hun greep houden.
(…) Eindelijk worden we afgelost door het 4e linie. We hoeven ons allen terug te trekken. Dat doen we onder artilleriebuien. In aanvulling op het moordende kanonvuur dunt levendig geweervuur links en rechts de rangen uit. Di cht bij de Beverdijk lopen we de weg op naar Pervijze en wat verder volgen we de spoorlijn Nieuwpoort-Pervijze. Wat een verschrikkelijke aftocht.
24 oktober 1914
Gezien onze grote verliezen werkt men aan een hergroepering van de eenheden. Ons bataljon wordt in tweeën verdeeld : het 1e bataljon van het 3e linie en het 4e van het 3e linie smelten samen met het 1e bataljon van het 2e linie onder het bevel van Reding. Het 2e en 3e betaljon van het 3e linie vormen samen met de resten van het 4e en het 2e linie de groep Ruquoy. Onze compagnie bezet het bruggenhoofd Schoorbakke. De hele dag wordt er gevochten.
bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, vertaald uit het Frans door André Gysel, Snoeck-Ducaju