Aan het einde van de Groote Oorlog zijn er twee staten die aanspraak maken op de regio Nagorno-Karabagh. Zowel Armenië als Azerbeidzjan eisen de regio op. De hoofdstad van die region, Shusha, ken teen bevolking die deels Armeens deels Azeri is.
Op 15 januari 1919 annexeert Azerbeidzjan de regio en Engeland aanvaardt dit als voorlopig feit maar dringt aan op een vredesoverleg die een definitieve oplossing moet brengen. De Nationale Raad van Nagorno Karabagh dringt echter aan op zelfbestuur. Vanaf juni 1919 zijn er geregeld gewapende conflicten tussen de Armeense en Azeri gemeenschappen van de regio. De voorlopige bewindvoerder aangesteld door de Azerische regering, Khosrov Sultanov, begint met het afgrendelen van de Armeense wijken in Shusha.
Op 17 februari 1920 vraagt Sultanov aan de Raad van Armeniers in Nagorno Karabagh om een definitieve aanvaarding van de regio binnen de grenzen van Azerbeidzjan. De Raad wijst na een congres, dat loopt van 23 februari tot 4 maart, deze eis af.
Op 22 maart 1920 komt een militie Shusha binnen met het doel de Azeri soldaten in Armeense wijken te ontwapenen en de verdediging van de burgers te verzekeren. Ze rekenen op het feest van Novruz (Perzische nieuwjaar) om de Azeris te kunnen verrassen. Maar de militie is niet opgewassen tegen haar taak. De Azeris, zowel soldaten als burgers, trekken de Armeense wijken van Shusha binnen en houden een pogrom van 23 tot 26 maart 1920. Gebouwen worden in brand gestoken en vele Armeniërs worden gedood.
Een jaar later, op 18 juli 1921, zal Bebhud Khan, de Azerbeidzjaanse minister van binnenlandse zaken in Constantinopel vermoord worden door een Armeens commando voor zijn aandeel in deze slachting.
Bron : https://en.wikipedia.org/wiki/Shusha_massacre
De foto hieronder toont de afgebrande huizen van de Armeense wijken in Shusha.
