Grote delen van Petrograd vallen op 12 maart 1917 in handen van de muitende troepen. Opstandelingen – soldaten en demonstranten – bestormen de wapenfabrieken en de arsenalen. Ze krijgen meer dan 150.000 revolvers en geweren in handen. De politie wordt onder de voet gelopen. Het verzet tegen de tsaar groeit en breidt zich uit naar andere steden.
De groeiende opstand wordt niet georganiseerd vanuit de politiek. Socialistische politici zijn zelf verrast door de revolutie. Velen van hen – zoals Vladimir Lenin en Leon Trotski – zitten zelfs nog in het buitenland. Als de betogers politici zoeken die hen kunnen leiden, mochten leiders onder wie Alexander Kerenski de Sovjet van Petrograd op, om verkiezingen te organiseren.
bron : Knack Historie, 1917 – de Russische revolutie