Raoul Snoeck vraagt zich af hoe het zal zijn later, om weer burger te zijn. Op 9 november 1916 noteert hij in zijn dagboek.
Alvorens ons hier te begraven had iedereen in het burgerleven een sociale betrekking of beroep. De meesten waren landbouwers of werklieden. Er zijn weinig geletterden bij de mensen die ons omringen en ondanks de maatschappelijke verschillen, gelijken we erg op elkaar. We spreken dezelfde taal doorspekt met het bargoens van de loopgraven. Door het gedwongen samenleven hebben we dezelfde smaak, dezelfde manieren ontwikkeld en vragen ons af hoe het zal zijn als we in het burgerlijk leven terugkeren.
bronnen
oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds
Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei uit het Frans vertaald door Andre Gysel, Snoeck-Ducaju & Zoon