Louis Barthas, de Franse korporaal, zit in de eerste linies nabij Agnez-lès-Duisans (Artois) als hij een zondvloed meemaakt. In zijn dagboek noteert hij het volgende.
Op een dag regende het zo overvloedig dat het water de schuilplaats binnenstroomde. Als een waterval gutste het over de treden van de twee trappen. Enkele mannen moesten zich opofferen om in die stortbuien een dam te bouwen die toch drie of vier keer door het water werd doorbroken. De rest van de nacht brachten we door met het gevecht tegen het water.
De volgende dag, 10 december 1915, moesten de soldaten op verschillende plaatsen uit de loopgraven komen om niet te verdrinken. De Duitsers waren gedwongen hetzelfde te doen. Toen kregen we een eigenaardig schouwspel te zien : twee vijandelijke legers, oog in oog met elkaar, die geen enkel schot losten.
Gemeenschappelijk leed smeedt de harten aaneen en doet de haat verdwijnen. Tussen onverschillige mensen en zelfs tegenstanders ontstaat sympathie. Degenen die dat ontkennen, hebben niets begrepen van de menselijke psychologie. Fransen en Duitsers bekeken elkaar en zagen dat ze allemaal gelijk waren. We lachten naar elkaar, begonnen met elkaar te praten, handen te schudden, tabak, koffie en wijn uit te wisselen. Hadden we maar dezelfde taal gesproken !
Op een dag klom een reus van een Duitser op een heuveltje en hield een toespraak waarvan alleen de Duitsers de woorden verstonden, maar wij wel degelijk de betekenis, want hij brak met een gebaar van woede zijn geweer op een boomstronk in tweeën. Van twee kanten brak applaus uit en de Internationale weerklonk.
bronnen
Dirk Lambrechts, oorlogsdagboeken van Louis Barthas, uitgeverij Bas Lubberhuizen
de foto komt van http://loic-dessins.webnode.fr/la-grande-guerre/