Raoul Snoeck is een Gentenaar die begin augustus door de mobilisatie terug door het leger wordt opgeroepen. Zijn oorlogsdagboek loopt van 1914 tot 1918 en is onder de titel “in de modderbrij van de Ijzervallei” uitgegeven. Hieronder herneem ik een passage van zijn dagboek van begin augustus 1914.
10 augustus 1914
Zoals gisteren verzameling van het bataljon tussen Breisem en Tienen. Oefeningen. ’s AVonds bivak in Vertrijk. Volgens een officiële mededeling ziet de toestand er uit als volgt :”De Duitse cavalerie is de Maas overgestoken en bevindt zich op de linkeroever. De hoofdmacht houdt zich op in Sint-Truiden. De troepen die Luik belegeren, schijnen onbeweeglijk en hebben zich enkele kilometers teruggetrokken.“.
12 augustus 1914
We zien de lansiers terugkeren van Halen met hun buit : helmen, sabels, gordels enzovoort. Het schijnt dat de strijd hevig was. Velen zijn omgekomen.
13 augustus 1914
’s Middags : vertrek van Vertrijk naar Vissenaken. Het bataljon ordent zich en de artillerie neemt stelling. Bivak. Om elf uur ’s avonds komt het bevel ons naar een kampplaats in Kumtich te begeven via de weg Vissenaken – Tienen – Kumtich.
14 augustus 1914
Constructie van loopgraven in de velden langs de weg Leuven – Vissenaken – Tienen : een aangename oefening ! Bij regen ploeter je in de modder, bij droog weer en wind eet je zand. Is het warm, dan lekt het zweet je van het gezicht. Maar oorlog is oorlog ! We slaan er ons wel doorheen. Enkele ‘Taubes’ vliegen over. Het is verbonden erop te schieten om onze posities niet te verraden.
bron : Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, vertaald uit het Frans door André Gysel, Snoeck-Ducaju
(Opmerking : de Taube was een Duits oorlogsvliegtuig dat vooral gebruikt werd voor verkenninsgvluchten).

