Odon onder vuur in Pervijze

bron : Odon, oorlogsdagboek van een Ijzerfrontsoldaat door Ivan Petrus Adriaenssens

20 oktober 1914
’s Morgens om 4 uur was het réveille en zodra we gerassembleerd waren, trokken we in de richting van Pervijze. Toen we hier op het dorpsplein kwamen, was de 4e linie er al. Vanhier gingen wij in de richting van Ramskapelle, maar halfweg werden we nogmaals in het veld geleid. Hier maakten we tranchées om ons te kunnen verwarmen, want het was erg koud. We kregen voor de eerste keer Frans brood te eten. Eén brood voor zes man. Dat we content waren, hoeft ge niet te vragen. (…) Tegen de avond werd er gezegd dat we naar de slag moesten, waar niemand zin in had. Iedereen was bevreesd want sinds onze aankomst in Oostkerke was het bombardement nog niet gestopt. (…) Rond 21 uur van de avond van de 20e oktober kwam het bevel om te vertrekken. We gingen door Ramskapelle en trokken in de richting van de Ijzer. Buiten Ramskapelle gekomen moesten wij alweer wachten. We bleven daar liggen tot 2 uur ’s nachts.

21 oktober 1914
(…) We vulden allemaal onze gourde met wateren zakten af in de richting van Pervijze, staken het dorpsplein en de spoorweg over naar de vijand toe. Toen we enkele minuten voorbij het station waren, merkte de vijand ons op en werden de schrapnels voor ons niet gespaard. (…) Onmiddellijk gaf de luitenant ons het bevel ons aan de kant in een gracht te verschuilen. (…) We bleven hier tot omstreeks 14 uur. Er werd oneindig veel geschoten. Rond die tijd gingen wij in tirailleur het veld door. Op een vijfhonderdtal meter voor ons was de vijand een plek aan het bombarderen dat het horen en zien verging. (…)
Het was het bataljon van majoor graaf d’Oultremont. Ze waren nog met 150 man. Men vertelde mij dat ze een aanval gelanceerd hadden en dat dit alles was wat overschoot van dat bataljon. Hun majoor was ook doodgeschoten. Alle mannen waren erdoor aangedaan en zeiden dat het schandalig was om een aanval te doen op zeshonderd meter van een vijand die hen opwachtte met mitrailleurs.

22 oktober 1914
Rond 3 uur ’s ochtends werden we afgelost door het 9e linieregiment. We waren in de zevende hemel toen het zover was. Het duurde dan ook niet lang of we gingen ervandoor. Aan Pervijze-station gekomen was het “halt”. Hier kregen we rantsoen zoveel we wilden.

23 oktober 1914
Rond 7 uur ’s morgens begon de vijand onze tranchée te bombarderen met stukken van 150 tot 210. Commandant De Kempenaar, die mijn bataljon commandeerde, liet ons van plaats veranderen. We gingen nu achter het plein van Pervijze in een gracht liggen, maar de obussen leken ons te volgen. Aan allek kanten zag ik onze arme soldaten terugtrekken. We werden goed bij elkaar gehouden door enkele moedige officiers. (…)
Wij kregen het bevel om vooruit te gaan tot aan de spoorweg. Er was niemand die dat bevel graag opvolgde, iedereen was uitgeput. Toen we aan de spoorweg kwamen, begon de vijand met een afgrijselijk bombardement. De Duitsers mikten voortdurend op de spoorweg. Ook de kerk van Pervijze werd zwaar getroffen.

tekening uit het boek "Odon"

tekening uit het boek “Odon”

vluchtelingen en soldaten in Lier

Soldaat Odon van Pevenaege uit Maarke-Kerkem neemt in Lier de trein richting front. Hij ontmoet er vooral vluchtelingen :

Odon Van Pevenaege

Odon Van Pevenaege

Bij het station staat het vol vluchtelingen met pak en zak. Wie ik ook aanspreek, iedereen roept dat hij nog nooit zoveel mensen bij elkaar zag. Het grootste aantal vluchtelingen komt uit Zemst, want de Duitsers zaten in die gemeente.
Rond 21 uur komt de trein. We vertrekken naar Antwerpen centraal. Nog nooit heb ik een mooier station gezien. De stationshal is volgepropt met vluchtelingen. We moeten weer wachten, maar intussen krijgen we goed te eten en te drinken. Om 22u30 brengt een trein ons naar Sint-Amands. Wij weten niet waar naartoe. Burgers vertellen ons dat de grenadiers hier in de vooravond gepasseerd zijn.

bron : kalender 2014-2018, Davidsfonds

station van Lier

station van Lier