Op 26 september 1923 kondigt rijkskanselier Stresemann het einde van de passieve weerstand aan. Bij de bespreking daags ervoor, heeft de minister-president van Beieren Eugen von Knilling nog toegestemd. De financiële toestand van het rijk liet inderdaad geen keuze en von Knilling verzekerde dat alle ernstige politiekers in Beieren dit zullen verdedigen.
Maar de dag dat de kanselier het einde van de passieve weerstand aankondigt, roept Knilling de noodtoestand in Beieren uit en benoemt Gustav Ritter von Kahr tot staatscommisaris generaal. In die hoedanigheid kan hij volledig onafhankelijk van het parlement handelen en heeft hij in feite dictatoriale volmachten. De officiële lezing luidt dat men zo snel op een gevaarlijke situatie wil inspelen. Want Adolf Hitler wil in de avond van 26 september paramilitaire troepen in München laten marcheren als protest tegen het einde van de passieve weerstand.
En Kahr verbiedt inderdaad de protesten van de aanhangers van Hitler. Niettemin is men in Berlijn ontzet over de stappen van Knilling en men eist de intrekking van de noodtoestand in Beieren. Als Knilling dit weigert, zit er voor de rijksregering niets anders op de noodtoestand in het volledige Duitse rijk uit te roepen. In de Weimar republiek geldt immers : bondsrecht gaat boven landsrecht. Nu de noodtoestand algemeen is, heeft enkel de rijksregering het recht om geweld te gebruiken indien nodig. Dat bepaalt voortaan Reichswehrminister Otto Gessler. En Kahr is aan hem ondergeschikt.
Kahr vaart echter een eigen koers en richt een triumviraat op met Hans von Seisser, hoofd van de Beierse politie, en Otto von Lossow, commandant van de Reichswehr in Beieren. Alle instructies vanuit Berlijn worden genegeerd, inclusief een verbond op de Völkische Beobachter, het blad van de NSDAP.
Wat kan Berlijn in deze situatie doen ? Troepen sturen naar Beieren waardoor Duitse soldaten op andere Duitse soldaten gaan schieten ? Dat wil generaal Hans von Seeckt absoluut vermijden. Kahr trekt ondertussen troepen samen in noord-Beieren, zogenaamd om te kunnen optreden tegen een mogelijke communistische opstand in Thuringen of Saksen. Maar het kan ook een voorbereiding zijn op de mars naar Berlijn, waar de rechts-extremisten van dromen. Naast een economische chaos staat men in Duitsland nu ook op de rand van een burgeroorlog.
Bron : Frank Stocker, Die Inflation von 1923, FBV
























