Half november 1923 bereikt de hyperinflatie in Duitsland haar bizarre hoogtepunt, en tegelijk haar einde. Op 14 november gaat de dollarkoers voor het eerst over de biljoenengrens, op 15 november staat hij op 2,52 biljoen. Op diezelfde dag wordt de nieuwe valuta, de rentenmark, uitgegeven, die half oktober door de coalitie nog is goedgekeurd. De datum van invoering heeft het kabinet tijdens de vergadering op 7 november vastgesteld. Minister van Financiën Luther heeft ervoor gewaarschuwd dat ook de rentenmark een totale mislukking zal worden als het niet lukt om de enorm gestegen uitgaven van het rijk tot een acceptabel niveau te brengen. Daarom moeten de betalingen voor het bezette gebied, waaronder als grootste post de steun voor de werklozen, gestaakt worden. In dezelfde kabinetsvergadering wordt Hjalmar Schacht tot rijkscommissaris van monetaire zaken benoemd. Hij wordt toegevoegd aan de minister van Financiën en mag in het vervolg aan alle kabinetsvergaderingen deelnemen om te adviseren. Na de plotse dood van de president van de Rijksbank Rudolf Havenstein op 20 november 1923 volgt Schacht hem op.
Samen lukt het Luther en Schacht om een succes te maken van de nieuwe valuta. Op de dag van de eerste uitgave op 15 november blijft de papiermark een wettelijk betaalmiddel, maar het mag niet meer worden gedrukt. Pas op 20 november wordt een vaste wisselkoers bekend gemaakt. Men besluit de koers van de dollar op 2,42 biljoen papiermark te stabiliseren en daarna de ruilverhouding tussen rentenmarkt en papiermark op één voor één biljoen vast te zetten. Dat betekent de facto een terugkeer naar de vooroorlogse dollarkoers van 4,20 mark.
Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, De Arbeiderspers
Nadat op 8 november 1923 de eerste horde van de putsch ogenschijnlijk succesvol is genomen, maakt Hitler een grote fout. Na het bericht dat de bezetting van de Pionier-kazerne op moeilijkheden is gestuit, besluit hij er met Friedrich Weber van de “Bund Overland” heen te rijden en hij plaatst de Beierse machthebbers Kahr, Lossow en Seisser onder de hoede van generaal Ludendorff. Als ze terugkomen, moeten ze vaststellen dat de generaal het triumviraat tegen half elf ’s avonds heeft laten gaan, met niet meer dan de belofte dat ze zich aan hun toezegging gebonden voelen. Alle verwijten wijst Ludendorff af : Lossow heeft zijn erewoord gegeven en een Duitse officier breekt zijn woord niet.
Maar Kahr, Lossow en Seisser hebben de Bürgerbräukeller nog niet verlaten of ze keren zich van Hitler en Ludendorff af. Daarmee tekent zich al het mislukken van de staatsgreep af. Want de hele onderneming is op de overrompeling van het triumviraat gebaseerd. Er zijn nauwelijks voorzorgsmaatregelen getroffen voor andere plannen. Meer nog, gedurende de hele nacht van 8 op 9 november 1923 doet Hitler geen serieuze poging om de belangrijkste openbare gebouwen zoals telegraafkantoor, telefoonkantoor, regeringsgebouwen in handen te krijgen.
Maar de tegenpartij zit niet stil. Om tien voor drie ’s nachts wordt de tekst van een telegram aan alle Duitse radiozenders doorgegeven : commisaris-generaal von Kahr, kolonel von Seisser en generaal von Lossow keuren de staatsgreep van Hitler af. Een tweede verklaring op de radio volgt om half zes :”kazernes en de belangrijkste gebouwen zijn stevig in handen van het rijksleger en de staatspolitie.”.
Over deze wending blijven de samenzweerders lange tijd in het ongewisse. De ochtend van 9 november verschijnt de Völkischer Beobachter, de krant van de NSDAP, met de titel “proclamatie van een Duitse nationale regering in München”. Maar als de krant wordt gelezen, is het voor de samenzweerders al duidelijk dat ze verloren hebben. Elk nieuw bericht bevestigt dat het leger en de politie zich tegen de staatsgreep keren. In de Bürgerbräukeller beraadslaagt men urenlang hoe het nu verder moet.
Generaal Ludendorff stelt voor een protestmars in het centrum van de stad te houden en hij beveelt om de twijfelaars te oivertuigen :”Wir marschieren !”. Tegen de middag formeert de stoet zich : voorop Ludendorff, Hitler en de andere leiders van de strijdgroepen, daarachter ongeveer tweeduizend man in gevechtstenue. Bij de Lüdwigsbrücke wordt de weg door een afdeling van de staatspolitie versperd maar die laat de colonne na een paar schermutselingen passeren. De stoet trekt verder naar de Marienplatz. Duizenden passanten omzomen de straten en juichen de demonstranten toe. Vlak voordat de stoet de Odeonsplatz bereikt, stuit hij op een tweede linie van de staatspolitie. Er ontstaat een handgemeen en dan wordt er een schot afgevuurd. Er volgt een vuurgevecht van dertig seconden. Na afloop zijn veertien coupplegers en vier agenten dood.
Een van de eerste doden was Scheubner-Richter. Hij trekt Hitler, die hem een arm gegeven heeft, mee naar de grond waarbij die zijn linkerarm ontwricht. Göring raakt zwaargewond, evenals Hitlers lijfwacht Ulrich Graf, die zijn baas heeft beschermd door voor hem te gaan staan. Als de groep in paniek uit mekaar stuift, marcheert Ludendorff kaarsrecht door de rijen agenten en laat zich zonder zich te verzetten, arresteren op de Odeonsplatz.
In de verwarring is Hitler overeind gekrabbeld en is iets verderop in een wagen gestapt die hem naar het vakantiehuis van Ernst Hanfstaengl in heeft gevoerd. Het is daar, in Uffing aan de Staffelsee, dat Hitler op 11 november wordt gearresteerd en naar de vesting Landsberg am Lech wordt gebracht.
Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, De Arbeiderspers
Onderstaande beeld is geen authentieke foto maar komt uit een film die de mars van de stoet in München weergeeft.
Hitler zint al lang op een staatsgreep in Beieren om daarna een mars op Berlijn te houden en zo de macht in Duitsland te veroveren. In oktober 1923 is het een jaar geleden dat Mussolini via de mars op Rome de macht voor zijn fascistische partij heeft veroverd. Waarom zou het een jaar later in Duitsland niet kunnen ? Op 30 oktober 1923 zegt Hitler voor een menigte in Circus Krone :”Voor mij is de Duitse kwestie pas opgelost als de zwart-wit-rode hakenkruisvlag aan het Berliner Schloss wappert.”. De rollen zijn voor hem duidelijk verdeeld : Ludendorff moet de militaire leiding op zich nemen. Zijn rol als generaal in de Groote Oorlog lijkt te garanderen dat de Reichswehr zal meedoen. De politieke leiding eist Hitler voor zichzelf op.
Op de avond van 6 november 1923 neemt Hitler de beslissing om aan te vallen. Als tijdstip denken de samenzweerders eerst aan 11 november, de vijfde verjaardag van de wapenstilstand. Maar dan vernemen ze dat Kahr, minister-president van Beieren, op 8 november in de Bürgerbräukeller een toespraak wilt houden waar iedereen zal verschijnen die rang en naam in München heeft. Een overrompelende bezetting van de Bürgerbräukeller biedt een unieke kans om alle politieke prominenten van de Beierse hoofdstad te gijzelen en het startschot te geven voor de staatsgreep.
Vroeg in de ochtend van 8 november zoekt Hitler een aantal getrouwen op om hem hun orders te geven. Dan is het wachten tot de politieke machthebbers Kahr, Lossow en Seisser naar de Bürgerbräukeller gaan voor de toespraak om 8 uur ‘s avonds. Vlak na het begin van de toespraak van Kahr arriveren aanhangers van de SA. Hitler geeft de aanwezige agenten de opdracht de straat te ontruimen. Hij wil ruimte voor zijn stormtroepen.
Rond kwart voor negen trekt Hitler zijn pistool en met drie bewapende begeleiders stormt hij de zaal in. Een groep SA-ers onder leiding van Göring brengt een machinegeweer in stelling bij de ingang van de zaal. Hitler gaat naar Kahr, lost een schot in het plafond en verklaart :”De nationale revolutie is uitbebroken. De zaal is door 600 zwaarbewapende mannen bezet. (…) De regering van Beieren is afgezet. De rijksregering is afgezet. Er wordt een voorlopige rijksregering gevormd.”.
Hitler laat Kahr, Lossow en Seisser in een zaaltje apart brengen en dwingt hen om mee te doen aan de staatsgreep. Daarna gaat hij terug naar de grote zaal, waar het rumoerig is, en met een staaltje van massapsychologische welsprekendheid draait hij de stemming van de bijeenkomst om. Daarna verschijnt Ludendorff om zich aan te sluiten bij de staatsgreep. Na de toespraken van verschillende politieke machthebbers wordt het Deustchland-lied gezongen. Het lijkt erop dat de staatsgreep het Italiaanse voorbeeld gaat volgen. De vraag is of het succes van deze begindag zich de volgende dagen gaat verderzetten.
Bron : Volker Ullrich, Duitsland 1923 – het jaar van de afgrond, De Arbeiderspers
In oktober en november 1923 is er geen inflatie maar hyperinflatie in Duitsland. Tussen 1 augustus en 1 september is de dollarkoers van 1,1 naar 10,3 miljoen Mark gestegen, dus het tienvoudige. Tot 1 oktober stijft de koers naar 242 miljoen, dus het 24-voudige. Op 1 november 1923 is 1 dollar 130 miljard Mark waard. Op vier weken tijd is het dus 537 maal gestegen.
Die hyperinflatie merkt iedere Duitser aan de prijs van de voeding. De broodprijs verhoogt in de maand oktober van 2,4 miljoen naar 1 miljard. Een kilo boter stijgt van 240 miljoen naar 52,5 miljard en een kilo rundsvlees stijgt van 80 miljoen naar 48 miljard.
Er zijn genoeg voedingsmiddelen, maar de producenten willen hun producten niet omruilen tegen waardeloos papier. Als in Berlijn de broodprijs van 19 op 20 oktober verhoogt van 620 miljoen naar 1 miljard Mark, komen op de avond van de 19e een massa mensen bijeen om het brood aan de oude prijs te eisen. De massa roept de politie erbij, die de bakkerij binnengaat, er 20 broden vindt en die aan de massa geeft. Op andere plaatsen is de mensenmassa minder geduldig en stelen ze het brood.
Overal in Duitsland zijn er incidenten waarbij mensen met geweld aan eten willen geraken, omdat de Mark volkomen waardeloos is geworden. In Sorau gaat het er het ergste aan toe : daar sterven 12 personen bij rellen over voedsel.