marsorder naar Kütahya

Hans Tröbst krijgt zijn nieuwe marsorders in de aanloop naar een verwachte veldslag tussen Grieken en Turken.

Eind juni 1921 was het nieuwe marsbevaal daar. Ons einddoel was Kütahya, een stad tussen Afyonkarahisar en Eskişehir. Tot dan toe hadden we steeds mooi weer gehad, maar als we afmarcheerden, goot het natuurlijk met bakken uit de hemel. Dat had ik ook al vaak vastgesteld tijdens de Groote Oorlog. Zolang we onderdak hadden, kon de zon niet heet genoeg schijnen. En zodra het masrbeval er was, begon de smeerlapperij. Om 10 uur in de voormiddag vertrokken we met onze bagage, honderddertig wagens getrokken door tweehonderdzestig waterbuffels. Stel je even voor dat deze kolonne op een traag tempo door de enge dalen trok,en je zal begrijpen dat het avond was als we ongeveer vijftien kilometer hebben afgelegd.

Majoor Izzet was natuurlijk zoals het een groot commandant past met zijn gevolg vooruitgetrokken. Wijzelf bereiketen eerst tegen zeven uur ’s avonds ons eerste kwartier, in de volksmond “bad van de vijf vissen” genaamd. Het was inderdaad een kuuroord, want er waren drie natuurlijke bronnen in de buurt.

’s Anderendaags trokken we om zeven uur verder en we bereikten de grote weg die van Eskişehir naar Kütahya leidt. Na verscheidene marspauen kwamen we in ons einddoel aan. Het ganse bataillon kreeg onderdak in een oude, lege kazerne. Zodra wij officieren ons hadden geïnstalleerd en na ons te hebben opgefrist, trokken e de stad in om de inwendige en uitwendige mens te versterken. Kütahya, het oude Kythaion, was gebouwd zoals elke andere Turkse stad. Net zoals Ankara en Kastamuni lag ze aan de voet van een kleinere bergkegel, waarop de ruïnes en vervallen muren van een vroegere burg lagen. De stad zelf wemelde van de militairen. Overal voortjagende auto’s, lange treinkolonnen, telefoondraden, koeriers, officieren en soldaten van allerlei graden en uit allerlei legeronderdelen. Kortom, de beelden die ik nog ken uit de Groote Oorlog.

De volgende morgen verliet het bataillon opnieuw Kütahya en trok naar Güwen, een dorp op ongeveer drie uur van de stad en waar we de hoofdverdedigingslinie zouden bouwen. Volgens de laatste berichten was de Griekse aanval nakend en meer dan waarschijnlijk. Er waren Griekse troepenconcentraties nabij Uşak gemeld.

bron : Die Reise nach Anatolien – Band 8: Vom Baltikum zu Kemal Pascha (Ein Soldatenleben in 10 Bänden 1910 – 1923) Kindle-editie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.