In de nacht van 20 op 21 februari 1921 vindt er een statsgreep plaats in Perzië (het huidige Iran). De leider van de staatsgreep is Seyyed Zia al-Din Tabatabai, een Perzische politicus die zeer goede contacten met de Britten heeft opgebouwd. Hij wordt gesteund door generaal Reza Khan en zijn Perzische kozakkenbrigade (zo genoemd omdat ze tot 1917 getraind zijn door Russsische officieren). Er zijn enkele schermutselingen tussen de militairen en agenten in Teheran maarvanaf 21 februari hebben de putschisten de macht stevig in handen. Tabatabai wordt eerste minister en Reza Khan opperbevelhebber van het leger.
Bedoeling van de staatsgreep is meer stabiliteit te brengen in Perzië, dat tot dan toe pover geregeerd wordt door sjah Ahmad van de Qadjar dynastie. In één provincie is er zelfs een Perzisch Sovjetleger dat hoopt te kunnen aansluiten bij de Sovjet-Unie. De Britse steun aan de staatsgreep is niet bewezen maar meer dan waarschijnlijk. De Britten hopen zo Perzië binnen de Britse invloedsfeer te houden.
Op 22 februari 1921 is er een kabinet samengesteld. Op 26 februari wordt een verdrag afgesloten met de Sovjet-Unie. Daarmee zijn de grenzen veilig gesteld. Ook op binnenlands vlak wordt er grote kuis gehouden. Heel wat grootgrondbezitters en andere invloedrijke politiekers worden gearresteerd. Daarmee hoopt men de macht van enkelingen te breken en na het uitschakelen van deze oligarchie meer stabiliteit te brengen en de welvaart in het land beter te verdelen.
Voor eerste minister Tabatabai zal de macht niet lang blijven duren. In april 1921 heeft hij een eerste conflict met Reza Khan, snel gevolgd door een tweede. In mei 1921 krijgt Tabatabai te horen dat hij beter het land kan verlaten in ruil voor een ruime financiële tegemoetkoming. Reza Khan daarentegen kan zijn macht wel bestendigen. Hij wordt later sjah en is stichter van de Pahlavi dynastie. Die dynastie zal het macht behouden tot ayatollah Khomeini in 1979 daar een einde aan maakt.
