Korporaal Louis Barthas, tonnenmaker van beroep, moet begin december 1915 terug naar het front. Hij is er niet gelukkig mee, zo blijkt uit zijn dagboek.
Na vijf dagen luizenjacht komen we vandaag terug in de linie, even smerig als bij onze aankomst in Agnez (tussen Lille en Amiens). Het heeft al twee dagen gestortregend. Het is niet te beschrijven in welke staat de verbindingsgangen zich bevinden. Hoe droevig zijn deze aflossingen.
Jezus viel op zijn kruisweg drie keer. Maar hoeveel keer zijn wij niet gevallen, uitgegleden en gestruikeld in deze gangen die inmiddels riolen van water en modder zijn geworden.
Om 9 uur ’s morgens zijn we uit Agnez vertrokken en pas om 7 uur ’s avonds bereiken we de reserveloopgraaf. We kruipen bij elkaar in een diepe, stevige, maar veel te smalle schuilplaats om de nacht door te brengen. Je moet wel halfdood zijn van moeheid om op die manier te kunnen slapen, op en over elkaar, vol modder en doorweekt van regen en zweet.
bron : oorlogskalender 2014-2018, Davidsfonds

Georges Scott – une tranchée