Raoul Snoeck is na lange tijd terug actief bezig met zijn dagboek. Op 27 januari 1915 noteerde hij dat hij een brief van zijn ouders uit Gent had gekregen. Daarna wacht hij tot 10 april 1915 voor hij weer iets in zijn dagboek noteert. We lezen er het volgende :
Sinds vijftien dagen heb ik met de eerste legerdivisie rust in Ghyvelde. Ik krijg een brief van moeder. Zoals altijd wenst ze me goeie moed en spoort me aan geduldig te zijn. Om de waarheid te zeggen : aan deze verschrikkelijke nachtmerrie moet toch eens een einde komen. En misschien zijn we dichter bij dat einde dan we allemaal denken. Elke dag brengt ons nader bij de ontknoping. Ondanks wanhoop en tranen komen we geen stap dichter bij het uur van de waarheid. In afwachting : hoop doet leven… en we hebben er veel nodig.

Ghyvelde klinkt dan wel heel Vlaams maar is toch Frans grondgebied. Deze Franse gemeente grenst aan De Panne en hoort bij het moerassig gebied dat ze “de Moeren” noemen.
Tijdens de eerste wereldoorlog was ook dit gebied overstroomd als extra bescherming van de havenstad Duinkerke die op 40 kilometer van het front lag. De Duitsers hebben meermaals Duinkerke beschoten onder andere met het lange-afstandskanon Lange Max
Hieronder staat een oude foto van de marktplaats in Ghyvelde. Het is niet zeker dat Raoul Snoeck de slagerij “in de vetten os” heeft gezien, maar de kans is niet denkbeeldig.
bronnen
Raoul Snoeck, in de modderbrij van de Ijzervallei, vertaald uit het Frans door André Gysel, Snoeck-Ducaju
