Het plan van de Franse opperbevelhebber Joffre is om het stadje Aubers te veroveren en zodoende extra druk uit te oefenen op de Duitse verdediging rond Lille. Daarom stemt sir John French, commandant van de British Expeditionary Force (BEF), in om Neuve-Chapelle te veroveren, dat een kleine uitstulping vormt dat in de weg zit. Het Britse 1e leger van 40.000 man, onder bevel van Douglas Haig, zal de aanval uitvoeren. Op 10 maart 1915 wordt er eerst een barrage aan kanonnenvuur afgeleverd van 35 minuten; in deze tijdsspanne worden meer granaten gebruikt dan in de hele Boerenoorlog – en die duurde 15 jaar. De Britten, waaronder veel Indiërs, breken door een Duitse linie die over een breedte van 3 km wordt gevormd door één enkele divisie van kroonprins Rupprechts 6e leger. Binnen vier uur is het dorp Neuve-Chapelle veroverd.
Rupprecht zendt direct reserves naar Neuve-Chapelle, die op 12 maart 1915 een tegenaanval uitvoeren. De Britten houden stand, maar van enig oprukken richting Aubers is geen sprake meer. Ook krijgen de Engelsen veel last van bevoorradings- en communicatieproblemen. Alles bij elkaar zal het Britse leger na de slag (13 maart) 2 vierkante km hebben veroverd, ten koste van 11.200 slachtoffers (onder wie 4.200 Indieërs). De Duitsers lijden eenzelfde aantal verliezen en er worden bovendien 1.200 Duitse krijgsgevangenen gemaakt door de Britten. Het hoofddoel, Aubers, wordt nooit gehaald. Van de 1.000 man die een poging daartoe waagden, komt er niemand terug. De Fransen geven de schuld aan het weinige (!) granaatvuur dat van tevoren is afgeschoten.
bron : Roel Tanja, een korte geschiedenis van de eerste wereldoorlog, BBNC uitgevers


