In de Oorlogsdagboeken over Ieper lezen we dat de Engelse commandant Geoffrey Winthrop Young meedeelt dat de tyfusmicrobe gevonden is bij de ontleding van water. Maatregelen moeten dus genomen worden om het water te zuiveren. Men gaat grote tonnen aankopen, het water zal ontsmet worden en iedereen zal het nodige drinkbare water uit die tonnen kunnen putten.
’s Anderendaags staan er al tonnen drinkbaar water in Ieper aan de Menenpoort, de Rijselpoort, de kazerne en de kazematten. De Engelsen stellen voor alle huizen, zolders en kamers te bezoeken om eventuele zieken te ontdekken en zo nodig naar het hospitaal te brengen.
Geoffrey Winthrop Young is 38 jaar als de eerste wereldoorlog uitbreekt. Op dat moment beschouwt men hem te oud om bij de infanterie in te delen. Hij gaat daarom aan de slag bij de Friends’ Ambulance Unit in Vlaanderen. Voor zijn moed wordt hij geregeld in Britse verslagen vermeld en hij krijgt van de Belgische overheid de Orde van Leopold toegekend. In 1917 gaat hij met een ambulancedienst naar Italië. Daar geraakt hij zwaar gewond waardoor hij een onderbeen tot boven de knie verliest. Zijn oorlogservaringen schrijft hij neer in een boek getiteld “The Grace of Forgetting”.
bronnen
Oorlogskalender 2014, 2018, Davidsfonds
