In de deelstaat Saksen is de socialistische SPD bij de verkiezingen van november 1922 met 41,8 procent de grootste partij geworden. De socialisten regeren met gedoogsteun van de communisten. In Berlijn ziet men ongerust dat de communistische militanten, bekend als Hundertschaften, in Saksen de ondernemers opjagen en onder druk zetten. Maar de ongerustheid zit ook bij de Saksische regering die vaststelt dat Berlijn de ruk naar rechts in Beieren laat passeren.
En dus laat men op 5 oktober 1923 de communisten tot de regering van Saksen toetreden. De minister-president Zeigner ziet zijn regering als brandmuur tegen de volks-nationalistische samenzwering in Beieren en als verdediger van de Duitse republiek. In Berlijn ziet men deze stap als een groot risico voor een nakende communistische revolutie. En dus verbiedt de federale regering de Hundertschaften. Dat lokt dan weer een protest uit van de Saksische regering. Op 19 oktober 1923 stuurt de federale regering versterkingen naar de Reichswehr in Saksen. Het risico op een Duitse burgeroorlog is weer een stap dichterbij.
Bron : Frank Stocker, Die Inflation von 1923, FBV
